16 DECEMBER 1976.
2340
gevoerd uit de brief die ons recentelijk heeft be
reikt. Omdat de brief naar onze mening geen enkel
nieuw gezichtspunt bevat, is er voor ons college
geen enkele aanleiding geweest terug te komen op
het voorstel dat aan de raad is voorgelegd. In de
brief worden bewijzen uit het ongerijmde aangevoerd,
maar belangrijker is nog dat er sprake is van on
volledige en niet helemaal juiste informatie. Ik
wil niet van verkeerde informatie spreken; een feit
is echter dat door de onvolledigheid van de infor
matie de werkelijke stand van zaken niet geheel
goed wordt weergegeven. Het zou te ver voeren en de
voorzitter zou mij terecht buiten de orde verklaren,
wanneer ik de brief volledig zou bespreken, maar
over de punten die door de raad zelf ter sprake
zijn gebracht zou ik toch wel iets willen zeggen.
De brief begint als volgt: "Bij brief van 24
november werden wij formeel in kennis gesteld
Dit is een juiste informatie die op zichzelf niet
te bestrijden valt, doch het beeld ware vollediger
geweest wanneer de drie bedrijven in de brief had
den vermeld dat wij bijvoorbeeld bij schrijven van
9 juli van dit jaar eveneens een formele bevesti
ging hadden gegeven en in eerdere gesprekken en
overlegsituaties al vaker van ons voornemen medede
ling hadden gedaan. Wat in de brief staat, is niet
fout, want wij hebben inderdaad op 24 november een
brief geschreven, maar ook uit eerdere brieven en
contacten moet een en ander bekend zijn.
Veel opmerkingen zijn gemaakt over het verschil
in aansluitkosten ad 900,dat in de brief ten
tonele wordt gevoerd. Ook hier is geen sprake van
verkeerde informatie, maar wordt door onvolledige
informatie een vertekend beeld gegeven. Er is een
situatie te bedenken waarbij het verschil in aan
sluitkosten inderdaad 900,bedraagt. Ik kan
niet precies aangeven aan welke criteria dan moet
worden voldaan, maar ik kan wèl wijzen op een andere
situatie, samenhangend met het hanterenvan gediffe
rentieerde tarieven waartoe door de raad is beslo
ten. Ik noem dan als voorbeeld een secundaire