2341
16 DECEMBER 1976.
aansluiting, waarmee wordt bedoeld de tweede aan
sluiting bij twee huizen onder één kap, een aan
sluiting in een situatie waarin meer huizen in één
rijtje staan en dergelijke. Het bedrag dat bij het
energie- en waterbedrijf met een secundaire aanslui
ting gemoeid is, kan ongeveer op 1.000,wor
den gesteld, terwijl bij de drie N.V.'s tezamen in
dit opzicht een bedrag van 905,-- geldt. Op
slag is daarmee het verschil van 900,terug
gebracht tot een verschil van 95,Zonder al
te diep op de daarmee verbonden aspecten te willen
ingaan, wijs ik er nog op dat de aarding voor re
kening van het Bredase energie- en waterbedrijf
geschiedt, terwijl de P.N.E.M. de kosten van de
aarding niet zelf draagt. Voorts wordt de meterkast
door het energie- en waterbedrijf in de aansluit
kosten begrepen, terwijl zulks bij de "N.W.B."
niet het geval is.
Kortom, het is onvolledig en daarom eigenlijk
ook onjuist in anderhalve regel te stellen dat een
verbruiker bij het Bredase energie- en waterbedrijf
voor aansluiting van gas, water en elektriciteit
ongeveer 900,meer betaalt dan bij de drie
N.V.'s tezamen. Ik wil bepaald niet ontkennen dat
er verschillen zijn men weet dat Breda in dezen
kostendekkende tarieven hanteert maar ik stel
vast dat wij gedifferentieerde tarieven hebben en
dat er situaties zijn waarin het verschil minimaal
is
De heer Van den Wijngaard is ingegaan op de
bedrijfseconomische aspecten. Inderdaad hebben wij
in het raadsvoorstel onze bestuurlijke en bedrijfs
economische argumentatie weergegeven. In de commis
sie bedrijven is uitvoerig aandacht besteed aan de
bedrijfseconomische aspecten waarvan wij het op
dit ogenblik niet verstandig vonden ze volledig
openbaar te maken. De drie N.V.'s verkeren in een
ietwat gemakkelijker situatie: zij hebben geen be
drijfseconomische aspecten aan de raad voor te leg
gen maar zij reageren op ons raadsvoorstel, zodat
zij in een gemakkelijker uitgangspositie verkeren