2343 16 DECEMBER 1976. alternatief zouden willen instemmen, zou naar onze bescheiden mening de motie overbodig worden. De heer DREEF: Naar aanleiding van het antwoord van de wethouder zou ik nog eens willen vragen hoe het college denkt over instituten als raden van com missarissen bij dit soort organen. Voorts zou ik in verband met het door de wethouder aangeboden al ternatief graag om een schorsing voor nader beraad willen vragen. De VOORZITTER: Zullen we dat dan maar niet met een doen? De heer DREEF: Misschien willen leden van an deren fracties nog het woord voeren. De VOORZITTER: Nee, u hebt een schorsing aan gevraagd omdat u zich wilt beraden en ik geloof dat we daartoe meteen maar moeten overgaan. Ik schors de vergadering. SCHORSING. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik geloof dat we niet te lang over allerlei bedrijfs vormen moeten spreken, maar ik zou nu eerst de heer Dreef het woord willen geven over de motie. De heer DREEF: Als de wethouder ons kan toe zeggen dat de inhoud van de hier gevoerde besprekin gen en de motie naar de betrokken organen zal wor den meegenomen, trekken wij onze motie in. Wij gaan ervan uit dat, zoals de wethouder heeft toegezegd, in de commissie bedrijven uitvoerig op een en ander kan worden teruggekomen. De heer EISSENS: Ik zou de linkse fracties wil len vragen of het intrekken van de motie inhoudt dat zij de suggestie van de wethouder tot het behande len van deze materie in de medezeggenschapscommissie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2343