2347
16 DECEMBER 1976.
maar ik hoop dat het mij zal worden toegestaan!
Voordat er een besluit over de te volgen procedure
wordt genomen, zou naar mijn mening eerst de com
missie personeelszaken moeten worden ingelicht over
de handelwijze die men denkt te volgen. Met alle
respect voor de wethouder van personeelszaken ad
interim en voor de "echte" wethouder van personeels
zaken, zou ik hun willen vragen dat niet onder el
kaar uit te maken en deze kwestie in ieder geval
in de commissie personeelszaken aan de orde te stel
len als men een andere mening heeft dan de mening
die ik hier heb verkondigd.
De heer CRUL: Ik zou bij interruptie nog even
het volgende willen opmerken. Naar mijn smaak is
de heer Eissens bezig de oorspronkelijke bedoelin
gen van het college te ondergraven; in ieder geval
legt hij andere accenten. Wij hebben besloten de
motie in te trekken omdat wij het, op grond van ar
gumenten die wij hebben doorgesproken, van belang
achten dat de medezeggenschapscommissie van het
energie- en waterbedrijf geen "voorgebakken" stuk
op tafel krijgt maar een feitelijke discussie over
de kwestie kan aanvatten en vanuit haar opvattingen
kan aangeven wat zij de beste gespreksvorm voor de
toekomst vindt. Op grond daarvan hebben wij gecon
cludeerd dat de motie kan worden ingetrokken, hoe
wel wij erop hebben aangedrongen de inhoud van de
motie te bestemder plekke bekend te doen worden.
Als de heer Eissens nu bedoelt dat dat overeind
blijft, maar dat de feitelijke discussie over de
gewenste aanpak ook in de commissie personeelsza
ken moet worden gevoerd, hebben wij daar geen be
zwaren tegen. Wanneer echter in feite in de commis
sie personeelszaken zal worden beslist welke rol
de medezeggenschapscommissie van het energie- en
waterbedrijf gaat spelen, zullen wij daarmee niet
akkoord gaan en komt er iets heel anders op tafel.
De VOORZITTER: Als de heer Eissens nu zijn
laatste opmerking maakt, hebben we mijns inziens