2357
16 DECEMBER 1976.
afdeling financiën die het stuk helder aan ons heeft
kunnen doen toekomen. Ook doet het ons genoegen dat
de oud-medewerkers van het Turfschip blijkens het
voorstel goed hun weg hebben gevonden; veel parti
culiere werkgevers kunnen hieraan naar onze mening
een voorbeeld nemen.
De federatie van fracties heeft met zorg deze
late afdoening van zaken gevolgd. In de jaren die
nodig zijn geweest om tot dit afsluitend voorstel
te komen, is duidelijk geworden dat een aantal amb
tenaren zwaar belast is, waaruit men zou kunnen
concluderen dat alleen de zeer urgente aangelegen
heden nog voldoende aandacht kunnen krijgen. In de
commissievergadering is daar aandacht aan besteed.
Tijdens de commissiediscussies is voorts opgevallen
dat het college ten aanzien van deze kwestie een
wat laconieke houding aanneemt. Hoewel er niet vol
ledig sprake is van een zich verschuilen achter de
N.V. kan men op bepaalde ogenblikken niet meer
duidelijk zien wanneer het college en wanneer de
N.V. het Turfschip aanspreekbaar is. Ook deze om
standigheid heeft naar onze mening tot de late af
doening bijgedragen. Bij nalezing van alle hierover
geproduceerde papieren blijkt dat het alleen maar
toeval is dat de gemeente niet met nog meer tegen
vallers te maken heeft gekregen, hetgeen op zich
zelf al moeilijk te verteren is.
Onze fracties hebben natuurlijk geen bezwaar
tegen het ter tafel liggende voorstel, dat als het
eindelijk tot stand komen van een afsluiting van
onze extra verplichtingen kan worden gezien. We
hebben tegen het voorstel des te meer geen bezwaar,
omdat de oud-medewerkers en kleine leveranciers hun
tegoed kunnen krijgen.
Aan het adres van de wethouder van economische
zaken zou ik willen zeggen dat koste wat het kost
moet worden voorkomen dat we opnieuw in een soort
gelijke situatie komen te verkeren. Duidelijk moet
worden dat het college de feitelijke verantwoorde
lijkheid voor de gang van zaken in de toekomst aan
vaardt, voor zover die verantwoordelijkheid althans