12 FEBRUARI 1976 235 nen dan wel wezenlijk van de socialisten willen verschillen, maar ook liberalen zijn mensen met emotionele gevoelens. In het vervolg van mijn betoog hoop ik hierover meer duidelijkheid te kunnen verschaffen. Naast de cultuurnota zijn er voor ons ook steeds andere toetsingscriteria aan wezig. Wij zien de cultuurnota niet direct als een handleiding voor het verschaffen van subsi die, waaruit blijkt dat de ene groepering wel subsidie en de andere groepering geen subsidie moet krijgen. Wethouder Sandberg heeft tijdens de behandeling van de cultuurnota ook steeds ge zegd dat deze nota geen spoorboekje is waarin men alles kan opzoeken en dat men steeds ook an dere overwegingen in de besluitsvorming moet be trekken. Men dient onder meer ook te letten op het behoefte-element, de gebondenheid met de stad en de aanslag op de financiële middelen. Het blijft steeds opnieuw weer afwegen. Naar aanlei ding daarvan zijn er over dit voorstel in onze fractie vrij veel vragen gerezen. Zo vragen wij ons af waar het begrip cul tuur ophoudt en waar de politieke propaganda be gint. Het heeft mij verheugd in de ter visie ge legde inhoudsopgave subsidie-aanvraag Kritiese Filmers op blz. 4 onder het opschrift "doelstel ling en werkwijze" het volgende te lezen: "De werkgemeenschap streeft naar een zo verantwoord mogelijk gebruik van de media. Op deze manier probeert de werkgemeenschap te bereiken dat in de discussie het publiek zich als groep gaat bezin nen op de eigen situatie." In aansluiting hierop citeer ik het volgende uit het kranteverslag van Mirjam Bartelsman: "Wanneer je het de Kritiese Filmers vraagt, zijn zij best bereid te vertellen dat zij werken vanuit een socialistische maat schappijvisie maar zij zijn wel zo verstandig om hun publiek niet met deze termen dood te gooien. "Ik heb geen reden om aan deze uitspraken te twijfelen, mede gezien het feit dat de Kritiese Filmers de afgelopen jaren ook opdrachten voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 235