16 DECEMBER 1976. 2364 Wat heeft het college tot het ter tafel liggen de voorstel bewogen? In het stadsgewest krijgen we de begroting nu al op onze tafel, terwijl we in de Bredase gemeenteraad de begroting al een maand ge leden hebben behandeld. Op die manier geraken we in een achterafsituatiein een patstelling, hetgeen eveneens aanleiding tot enig ongenoegen kan geven. Ik onderschrijf de mening van de heer Kramer dat het tegen de achtergrond van onze begrotingssituatie volkomen juist is bezwaar bij het stadsgewest aan te tekenen. Mede gezien het besprokene in commissie verband meen ik dat het gewenst is pas op de plaats te maken ten aanzien van de huidige taken en ons terdege te bezinnen over de taken die het stadsge west in de toekomst te wachten staan, waarbij ik overigens aanteken dat de taken die op gang zijn gebracht volledig moeten worden uitgevoerd. Ik meen dat het zin heeft de nota "Het stadsgewest op koers" tot onderwerp van discussie in deze gemeenteraad te maken. De belangen die in de nota aan de orde komen zijn tè vérstrekkend en hebben tè veel conse quenties voor de gemeente Breda om er geen raadsuit- spraak over te doen. De heer OOMEN: De fracties van P.v.d.A. en P.P.R. gaan met het voorstel akkoord. We hebben nog wel enkele kanttekeningen bij de begroting, maar die zullen wij namens het progressieve vooroverleg morgen te bestemder plekke waar u, mijnheer de voorzitter, met een andere pet op eveneens aanwezig zult zijn aan de orde stellen. Ik steun de beto gen van de heren Ten Wolde en Kramer, zeker voor zover zij ervoor hebben gepleit de nota "Het stads gewest op koers" in deze gemeenteraad te behandelen. Op die manier kan de gemeente Breda bekijken welke taken eventueel in de toekomst aan een organisatie in groter verband zouden moeten worden overgedragen De VOORZITTER: Dames en heren. Ik sta hier voor de taak namens het college van burgemeester en wethouders iets over dit voorstel te zeggen. Ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2364