2369 16 DECEMBER 1976. de binnenstad heeft genomen. In die negen maanden hebben de Spoorbuurtbewoners geen resultaten gezien. Zij hebben op geen enkele manier kunnen merken onze fracties zijn daar medeschuldig aan -- dat de gemeente ten aanzien van de Spoorbuurt concrete ac tiviteiten op touw heeft gezet, terwijl het juist voor bewoners van een buurt die aan het verkrotten is van wezenlijk belang is dat zij merken dat er iets aan hun buurt wordt gedaan, zoals blijkt uit de brief van het Spoorbuurtcomité die wij gisteren hebben ontvangen en waarvan de andere fracties een afschrift hebben gekregen. De veranderingen in het initiatief-voorstel kunnen beter worden toegelicht door mevrouw Muntje- werff, die ze voor zich heeft liggen. De VOORZITTER: Als mevrouw Muntjewerff zich dan tot de veranderingen beperkt, is er naar ik meen voldoende toelichting gegeven. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Omdat het voorstel zeer snel moest worden ingediend, hadden we geen gelegenheid vooraf met de bewoners van de Spoorbuurt te overleggen; dit hebben we nu jl. dinsdag gedaan. We hebben toen gesprekken met een aantal bewoners gevoerd waaruit is gebleken dat men ons voorstel positief waardeerde. Het gebruik van een gemeenschapsruimte zag men het liefst zo ruim mogelijk gesteld. Alle groeperingen zouden aan bod moeten kunnen komen. Een dergelijke ruimte zou voor de gehele Stationsbuurt ter beschikking moeten staan die, zoals men weet meer straten dan alleen de Spoorstraat en de Academiesingel omvat. Het is nodig tot een of andere beheersvorm te ko men, niet alleen voor de gemeenschapsruimte maar ook voor de te scheppen wooneenheden. De bewoners willen bij het overleg over deze beheersvorm be trokken worden. Er werd bijvoorbeeld gedacht aan een soort woningbouwcorporatie waarin ook eigena ren-bewoners zouden kunnen deelnemen. Ik dien daar om een amendement in dat beoogt het besluit in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2369