16 DECEMBER 1976.
2374
Van Graafeiland in het geding komen.
Op basis van deze uitgangspunten heb ik de le
den van de commissie afgelopen maandag ontraden
thans al een besluit zoals door P.v.d.A./P.P.R.
wordt voorgesteld te nemen.Ik ben van mening dat
een dergelijke stap nog niet moet worden gedaan.Nu
zou het begrip "nog niet" een eigen leven kunnen
gaan leiden, ware het niet dat het voorstel van
P.v.d.A./P.P.R., gedateerd 7 december jl. intern
vooraf is gegaan door een voorstel van de directeur
openbare werken van 2 december jl. aan het college
waarin deze eigenlijk dezelfde problematiek aan
kaart. Is het zo dat wij,nadat er op 8 en 9 maart
bepaalde besluiten waren genomen, stilzwijgend tot
de orde van de dag zijn overgegaan? Dit is niet
het geval. Wij houden ons dagelijks met de binnen-
stadsbesluiten bezig en ik geloof zonder verstan
delijke argumentatie te mogen zeggen dat de Spoor-
buurt door zijn situatie in de totale benadering
van de binnenstad een prioriteit met zich meebrengt
Bij dit alles zijn twee aspecten van belang,
waarvan ik er één heel kort wil benaderen omdat we
daar al vaak genoeg over hebben gepraat: we moeten
besluiten nemen en we moeten geld vrijmaken. Wat er
ook voor beleid zal worden gevoerd, een aankoopbe
leid, een rehabilitatiebeleideen combinatie daar
van of een beleid op het gebied van het stichten
van gemeenschapsvoorzieningen, er zullen in ieder
geval gelden op langere termijn nodig zijn. In het
college hebben we een aantal gespreksrondes over de
sectorbeleidsnota's achter de rug en gaan we straks
over de aan de raad toegezegde meerjarenbegroting
"stoeien". Pas als het college intern weet hoeveel
geld er in de toekomst voor het voeren van een bin-
nenstadsbeleid beschikbaar zal zijn, is mijns in
ziens het ogenblik aangebroken onze plannen aan de
raad voor te leggen en ze door de raad te doen fiat
teren of amenderen. Vervolgens is het budget voor
de binnenstad bekend.
De heer HOUBEN: Nu komt er weer een nieuwe