16 DECEMBER 1976. De federatie van fracties Pv.dA./P.P.R. is van mening dat de gemeenteraad en het dagelijks be stuur van de gemeente de taak hebben actief op dit soort situaties in te spelen. In mijn inleiding heb ik al gezegd dat de situatie in de Spoorbuurt wezenlijk anders is dan die in andere buurten. In de Spoorbuurt spelen veel doordringender problemen een rol die veel moeilijker kunnen worden aangepakt dan de problemen in andere wijken, waar men gemakke lijker via een overlegstructuur te werk kan gaan. Het gemeentebestuur moet naar mijn mening inzien cat er ten opzichte van de Spoorbuurt een actief beleid moet worden gevoerd om aan de bewoners dui delijk te maken dat er iets wordt gedaan. Doordat hot daaraan heeft geschort, is naar onze beoorde ling langzaam maar zeker een verwijdering tussen het gehele gemeentebestuur en het Spoorbuurtcomité ontstaan. Zoals uit de brief van het Spoorbuurt comité van 14 december wel is gebleken, kunnen on ze fracties zich daarbij beslist niet uitzonderen, maar wij betreuren de totstandkoming van deze ver wijdering omdat wij niet geloven dat het geheel van de rehabilitatie en de stadsvernieuwing daar mee is gediend. Ik wil vervolgens ingaan op het betoog van me vrouw Van RooijIk had het gevoel dat zij meer in de richting van wethouder Van Dun dan in onze rich ting zat te praten. Enkele van haar vragen zijn in middels al door de wethouder beantwoord en ik wil dan ook op het overige gedeelte van haar betoog re ageren. Ook mevrouw Van Rooij heeft ons eigenlijk weer het eerder genoemde rookgordijn voorgehouden. Zij heeft gezegd dat het plan leuk, concreet en aan trekkelijk lijkt, maar bij nadere beschouwing toch wel erg minimaal blijkt te zijn. Deze uitspraak houdt in wezen in dat we op korte termijn niets voor de Spoorbuurt doen. Men wil wachten op zoge naamde integrale planningen, dekkingsplannen en fi nanciële regelingen; vervolgens wordt dan misschien over één of twee jaar inderdaad een aantal panden aangekocht of een grasveldje aangelegd. Die weg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2379