2383
16 DECEMBER 1976.
te incidentele aanpak. Ik geloof dat ik dat argu
ment heb weerlegd en heb aangetoond dat hetgeen wij
voorstellen een reële mogelijkheid vormt, die ook
door de plannen voor een wet op de stadsvernieuwing
wordt ondersteund. Op deze manier kan mijns inziens
worden begonnen aan een structureel proces en aan
een integrale aanpak van de problematiek. Het ar
gument dat er geen dekking zou worden aangegeven,
is, zoals ik al heb betoogd, onjuist, omdat er wel
degelijk dekking is, zeker als men de politieke wil
zou willen hebben.
Voorts heeft de heer Van Dun gezegd dat hij
bereid is te blijven praten. Ik hoop dat hij die
bereidheid houdt en dat er weer een relatie tot
stand kan worden gebracht waardoor er verder kan
worden gewerkt. Overigens is het mij opgevallen
dat nu wordt gezegd dat het bedrag van 90.000,
waaromtrent tijdens de begrotingsbehandeling een
besluit is genomen, eenmalig naar de Spoorbuurt
zou kunnen gaan. Hoewel wij de notulen niet bij de
hand hebben, menen wij zeker te weten dat tijdens
de begrotingsbehandeling is gezegd dat dit bedrag
grotendeels naar de Chasséwijk zou gaan. We zitten
daar natuurlijk wèl mee, maar als het bedrag onder
weg is, vraag ik mij af op welk ogenblik wij een
voorstel kunnen verwachten
Wethouder VAN DUN: Ter voorkoming van misver
standen, ook bij degenen die onze beraadslagingen
bijwonen, zou ik het volgende willen zeggen. Er
zijn twee dingen aan de orde. Het college meent
dat mevrouw Van Rooijtoen zij bij amendement
voorstelde 90.000,uit te trekken voor milieu-
verbeterende maatregelen in Spoorbuurt, Gerardus
Majellawijk en Chassébuurt, een persoonlijke voor
keur voor de Chassébuurt heeft uitgesproken. Daar
naast heb ik naar aanleiding van een opmerking van
de heer Ten Wolde gezegd dat werkgroep binnenstad
een voorstel met betrekking tot de besteding van
dat bedrag van 90.000,aan de stuurgroep bin
nenstad heeft voorgelegd, welk voorstel vervolgens
II