12 FEBRUARI 1976
243
verband voorts op de eerste opdracht die de Kri-
tiese Filmers hebben gekregen van de gemeente
Breda, met betrekking tot het drugprobleem. Toen
waren er nog vele mensen die zich er met hun nor
men van politiek eigenlijk van afmaakten door te
doen alsof er geen druggebruik bestond en te ken
nen te geven dat er naar hun mening geen drugs
mochten worden gebruikt. Vandaag, jaren later,
onderkennen wij dat dat toch wel eens iets te
simpele redenering waswaarin een maatschappe
lijk probleem werd ontkend. De Kritiese Filmers
hebben dat maatschappelijk probleem met het me
dium film willen vertolken.
Over de continuïteit heb ik duidelijke uit
spraken gedaan. Wanneer het rijk een negatieve
beslissing neemt, ontstaat er voor Breda een an
dere situatie, die wij opnieuw zullen moeten be
oordelen. Bij voorbaat zeg ik al dat de kans dat
het resultaat bijzonder negatief zal zijn niet
uitgesloten is. Wij zullen de activiteiten van
de Kritiese Filmers uiteraard volgen, evenals
wij dat ten opzichte van al dergelijke activitei
ten doen. Aan de andere kant vind ik dat wij geen
speciale criteria voor het volgen van de Kritiese
Filmers moeten gaan aanleggen. Misschien vallen
de activiteiten gedeeltelijk samen met andere
activiteiten, maar ik vind dat ook de Kritiese
Filmers dan weer de vrijheid moeten krijgen om
naar gelang van de behoefte in het pluriforme
aanbod hun functie te vervullen.
Van de vraag met betrekking tot toezending
van de notulen kan ik mij naar ik meen zeer snel
afmaken. Ik wil alleen zeggen dat wij er geen
gewoonte van moeten maken, maar deze kwestie
staat meer ter beoordeling van de voorzitter.
De heer GIELENIn mijn betoog in eerste
termijn heb ik verteld dat enkele leden van de
C.D.A.-fractie niet voor 100 achter dit voor
stel konden staan. De wethouder heeft gezegd dat
het moeilijk is steeds naar informatie te vragen,