12 FEBRUARI 1976
247
te in mijn hoofd te maken die een ander mag
vullen, zoals ik "luisteren" eens een keer heb
horen definiëren.
De heer Van Asseldonk heeft ons enkele poli
tieke toetsingscriteria toegedicht en hij heeft
gezegd dat wij anderen cultuur zouden opleggen.
De heer Hendriksen heeft daarop al geantwoord;
dit is duidelijk niet onze bedoeling. Het gaat
ons erom dat men op een gegeven ogenblik moet
kiezen voor de groepen die onder liggen.
Vervolgens iets over de opmerkingen die de
heer Van Asseldonk heeft gemaakt over mijn vragen
met betrekking tot het N.V.V. en het carnaval. Ik
vind het jammer dat de heer Van Asseldonk toen ik
de vragen stelde niet heeft geluisterd en is af
gegaan op een verslag in De Stem. Ik kan mij goed
voorstellen dat de mensen die dat verslag maken
de gemaakte opmerkingen niet direct snel kunnen
opschrijven en dat een en ander daardoor enigs
zins vertekend in het verslag komt. Mijn bedoe
ling v/as en is nog steeds dat het, omdat b. en w.
niet alleen financieel maar ook als mens met het
carnaval te maken hebben de indruk lag op het
tweede wellicht zin zou hebben dat zij zouden
gaan bemiddelen. Meer heb ik niet bedoeld. Het
N.V.V. heeft mij, als deel van mijn "achterban",
gevraagd of ik om deze bemiddeling wilde verzoe
ken en ik was het daarmee eensAls morgen aan
het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond e-
veneens niet wordt toegestaan in de carnavalsop
tocht mee te rijden, zal ik daarover evenzeer
vragen stellen. Het ging mij om de gehele aanpak.
Ik vind dat het college met de B.C.V. zou moeten
spreken over de vraag of ideële organisaties niet
aan de carnavalsoptocht zouden kunnen deelnemen.
Het carnaval is per slot van rekening een feest
en bij een feest wil men alle groepen betrekken,
zeker als die groepen dat zelf willen. Ik denk
in dit verband aan "de Zonnebloem"die enkele
jaren geleden naar ik heb vernomen eveneens is
geweigerd