12 FEBRUARI 1976
249
soonlijke bijdrage zal leveren, maar ik wil hier
ook wel nu direct op ingaan: ik ben mij bewust
geworden van de situatie waarin de mensen verke
ren en van mijn eigen situatie. Vervolgens ben ik
terechtgekomen bij de partij waarin ik het meeste
van mijn persoonlijke overtuiging terugvond.
In het programma van C.D.A. en V.V.D. staat
dat binnen het welzijnsbeleid moet worden bevor
derd dat mensen zich individueel en in groepsver
band naar vrijheid en eigen verantwoordelijkheid
kunnen ontplooien. Daar gaat het nu juist om.
Ontplooiing kan naar mijn mening pas plaatsvinden
als men een zekere vrijheid heeft, als men de mo
gelijkheid heeft om zich met andere groepen
niet vanwege de prestatie maar als mens waar
te maken. Ik denk in dit verband aan enkele groe
pen waarvoor wij staan en waarvoor ik, zoals ik
ook al bij de begrotingsbehandeling heb gezegd,
een stem wil zijn: gediscrimineerdenwerklozen,
buitenlanders, minimumloners en gehandicapten.
Deze mensen zijn op dit ogenblik in deze kapita
listische maatschappij nog niet in staat zich
geheel te ontplooiien. Ik vind dat aan hen in hun
situatie althans de mogelijkheid moet worden ge
geven om zichzelf te bevrijden. Met het oog daar
op willen wij een hand uitsteken door middel van
subsidieverlening aan onder andere het Filmhuis,
de Kritiese Filmers en andere groepen die dat
doel eveneens in hun vaandel hebben geschreven.
De VOORZITTER: De heer Hendriksen heeft ge
vraagd om toezending van stukken en notulen aan
de minister, het college van gedeputeerde staten
en de culturele raad. Het ligt mijns inziens voor
de hand en het werkt ook het meest praktisch
-- dat wij de besluitvorming die in deze raad zal
plaatsvinden aan de minister toezenden. Hetzelfde
geldt voor het college van gedeputeerde staten.
Ik ga ervan uit dat de culturele raad in deze
stad
De heer HENDRIKSENVan de provincie