24
19 JANUARI 1976
en dat deze hun inbreng hadden gehad. Wanneer men
van de kant van onze commissie voor culturele zaken
een bijdrage tot de nota wilde leveren, aldus de
wethouder, stond hij daarvoor te allen tijde open.
Dit was echter geenszins de bedoeling van de
Partij van de Arbeid-vertegenwoordigersZij waren
slechts hun nieuwe voetbalschoenen aan het inspelen
om bij het verschijnen van de nota beter te kunnen
schoppen. Toen de nota dan ook verscheen de nota,
waarnaar ook door de Partij van de Arbeid-fractie
zó verlangend was uitgekeken bleek het beide
heren onmogelijk ook maar één woord van waardering
uit te spreken ten aanzien van de uitvoering van de
nota of voor het feit dat de wethouder er samen
met het ambtelijk apparaat in was geslaagd de nota
binnen het jaar te voltooien. Ik wil niet zeggen
dat het uitspreken van waardering per se nodig is
maar het achterwege blijven ervan tekent de sfeer.
Afgezien van de voetbalschoenen was dit de
tijd dat de prijzen van het zout in Nederland een
geweldige opwaartse druk ondergingen. Volgens mijn
informatie maar deze kan verkeerd zijn heeft
men toentertijd bij de overheid overwogen het zout
te distribueren. Balen en nog eens balen zout zijn
door de Partij van de Arbeid-vertegenwoordigers
verbruikt en zelfs het allerkleinste slakje ontkwam
niet aan hun enorme strooizucht.
Tijdens de behandeling van de begroting voor
1975 zei de heer Crul in zijn algemene beschouwin
gen over het cultuurbeleid dat zijn groepering on
der de noemer "welzijn immaterieel" het volgende
brengt: "Het bevorderen van welzijn houdt in: het
ontwikkelen van creativiteit, kritische zin, poli
tieke bewustwording en goede verhoudingen tussen
mensen en groepen van mensen onderling." Dit is een
mooie volzin waar men om het eens eenvoudig te
zeggen als partij zo de boer mee op kan, maar
breng het dan ook in de praktijk en doe er iets aan.
Ja, ja, mijn neus uit! Wat doen de dames en heren
van de Partij van de Arbeid en de P.P.R.? Zij schrij
ven een verslag voor de verantwoordingsvergadering