12 FEBRUARI 1976 255 het rijk, het huisvestingsprobleem en dan de sub sidie van de gemeente. Nu b.en w. deze cirkel heb ben durven doorbreken, moeten wij hopen dat het ministerie van C.R.M. dit initiatief met ingang van 1977 ook financieel zal ondersteunen. Belang rijk is dat dit voorstel aantoont dat door intens overleg tussen alle betrokkenen iets kan ontstaan waardoor men begrip voor beide problemen kan op brengen. Zoals men weet zijn er in het begin nog al wat problemen geweest. Pas wanneer het overleg ook werkelijk het karakter van overleg aanneemt, zal men eikaars problemen kunnen begrijpen. Dan ook kan men van beide zijden indien nodig water bij de wijn doen. Ik doel hiermee op de noodzake lijke inkrimping van het programma van eisen door de initiatiefnemers; in eerste opzet hadden zij een ander plan voor ogen. Ondanks die inkrimping is de accommodatie de De Pluu nu ter beschikking krijgt zeer zeker niet onvolwaardig. Naar aanleiding van het voorstel zou ik en kele vragen willen stellen. Is er reeds iets te zeggen over de op handen zijn de eigendomsproce dure voor het G.T.S-gebouw? Ik doel hiermee op de tijdsaspecten als op de financiële kanten van de zaak. In het voorstel staat namelijk dat de haalbaarheid ervan sterk afhankelijk zal zijn van de hoogte van het bedrag bij de overname van het G.T.S.-gebouw Een andere vraag is de volgende. Wanneer het ministerie van C.R.M. in 1977 subsidie voor De Pluu ter beschikking stelt, hoe ziet dan de besteding van die subsidie eruit? Ik heb reeds gezegd dat er enkele maatregelen moesten worden getroffen om het programma van eisen in te krim pen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat het colle ge, wanneer de subsidie afkomt, iets zou willen ondernemen om de bezuinigingen die intertijd moesten worden toegepast op te vangen. Aan de an dere kant is het ons allen bekend dat het J.J.C. en het J.A.C. enkele voor deze twee centra be langrijke prioriteiten als het ware naar achteren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 255