258 12 FEBRUARI 1976 Pluu in wat rooskleuriger daglicht stellen! Dat men misschien hier en daar de gemeente enigszins eenzijdig tegemoet treedt, is mijns inziens, ge zien ervaringen in het verleden, wel begrijpelijk. Men is wel eens ook dat heeft men op ludieke wijze laten merken met een kluitje in het riet gestuurd. Als men dan ook op dit ogenblik enigs zins sceptisch is, lijkt mij dat zeer begrijpe lijk. Ik had enkele cencrete vragen opgesteld, die voor een deel al door de heer Lambregts ter tafel zijn gebracht. Wanneer denkt de wethouder als het ministerie van onderwijs in de over dracht toestemt het gebouw op zijn vroegst voor dit doel beschikbaar te krijgen? Hoe zal dan de verdere procedure zijn en wanneer zal inge bruikname te verwachten zijn? Gesteld dat dit ge bouw niet beschikbaar komt, is er dan een alter natief voor De Pluu en zo ja, welk? Wat gebeurt er met het overige gedeelte van het G.T.S.-gebouw? Wethouder VAN GRAAFEILAND: De mensen van De Pluu hebben mij op een gegeven ogenblik mijns inziens enigszins voorbarig een paar militaire schoenen, maat 44, aangeboden. Als men nu weet dat ik maat 39 heb, dan moge daar voldoende uit blijken dat ik op aanzienlijke kleinere voet leef dan de heren denken. Overigens was er het volgen de gedichtje bij: "Bedankt voor de poen, maar wat nu te doen? Wij stappen nog in de kou, doet u de volgende stap naar een gebouw." Ik meen dat dit bestemd is voor de raad. Uit de verheugenis die van alle kanten is uitge sproken meen ik te kunnen opmaken dat ik dit ge dichtje nu reeds namens De Pluu aan de raad kan opdragen De heer Lambregts heeft enkele lovende woor den gesproken over het overleg dat ertoe heeft geleid dat men eikaars problemen inziet. Dit is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 258