12 FEBRUARI 1976
259
inderdaad het geval en ik ben er vast van over
tuigd dat het overleg in de komende maanden op
dezelfde basis kan worden voortgezet.
Een concrete vraag van de heer Lambregts
betrof de eigendomsprocedure en het tijdstip
waarop die zal zijn afgerond. Een en ander wordt
door het bureau onderwijs in contacten met het
ministerie van onderwijs en wetenschappen bege
leid, maar desondanks zal ik er hier maar even
op ingaan. Wethouder Broeders heeft op 29 januari
j.l. het laatste gesprek gevoerd met een tweetal
functionarissen van de directie bouwzaken van het
ministerie van onderwijs en wetenschappen, waar
bij deze laatsten hebben toegezegd dat zeer snel
op de vragen over de instelling van de artikel
102-procedure zal worden geantwoord. Daarna kun
nen op ambtelijk niveau van departement en ge
meente de nog bestaande vraagpunten en onduide
lijkheden verder worden besproken. De besprekin
gen als geheel betreffen de gehele eigendomsover
dracht van het voormalig G.TS-gebouw, maar het
ligt in het voornemen in het overleg voorrang te
geven aan het gedeelte dat voor De Pluu bestemd
is, aangezien men hier van mening is dat de daar
mee samenhangende financiële problematiek het
minst moeilijk oplosbaar lijkt. Daarmee heb ik
nog niet gezegd op welk moment het G.T.S.-gebouw
zou kunnen worden betrokken. Als een en ander
zeer vlot verloopt zal dit na de vakantie moge
lijk zijn. Mede met het oog op de verbouwtermijn
is het uitgesloten dat er nog vóór de vakantie
van het gebouw gebruik zal kunnen worden gemaakt.
Uit het feit dat er diverse gesprekken worden ge
voerd en brieven worden geschreven moge blijken
dat ook wat dit betreft van alle kanten het no
dige wordt gedaan.
Vervolgens heeft de heer Lambregts gevraagd
welke bestemming een eventuele rijkssubsidie in
1977 zal krijgen. In dit verband verwijs ik naar
een voorstel dat eerder op de avond aan de orde
is geweest. Uit de pot "onvoorzien" hebben wij