k - 12 FEBRUARI 1976 265 worden over het algemeen niet gewaardeerd. Het verleden heeft wel bewezen tot welke kwalifica ties dit voor een grote groep van de bevolking kan leiden. o- In de tweede plaats moet men waar voor zijn ag geld krijgen. Wij geloven dat dat in dit geval den; ook zeker zo is. Dit bad is een kwaliteitsbad met te zeer goede secundaire voorzieningen. Persoonlijk weet ik dat vele jonge arbeiders het machtig vin- a- den in dit bad te kunnen zwemmen. Tenslotte meen ik, sprekend namens de C.D.A. -fractie, dat mensen die over een ruimere beurs beschikken en intellectueel geschoold zijn, zich tegenwoordig wat te demonstratief presenteren als de verdedigers van de zogenaamde financieel zwak keren. Het veel bepleite maar niet geconcreti seerde sociale tarief is daar een tendens van. Praktisch alle zogenaamde financieel zwakkeren wat ook nog wel eens wordt vertaald als: soci aal zwakkeren kunnen en willen best uitmaken wat goed voor hen is en wat zij daar voor over hebben. Geluiden dat iets niet goed is of dat het te duur is, worden altijd geuit, dat is het pri vilege van elke mens. Stel, dat nu duidelijk zou blijken dat dit abonnementstarief te hoog zou zijn, dan zal er naar onze overtuiging opnieuw over te praten zijn. De C.D.A.-fractie is het met dit voorstel eens. Wij zijn er op dit ogenblik van overtuigd dat dit tarief praktisch voor nie mand een belemmering zal zijn om van dit bad ge bruik te maken. Het motto is in dezen "voor wat hoort wat" en het vraagt tijd om dat te begrijpen. De heer KOERTSHUIS: Wat moet ik na de woor den van de heer Van Dongen nog zeggen? Mijn frac tie is vóór het voorstel. Met het uitspreken van een oordeel over een amendement willen wij wach- en ten totdat wij van de tekst kennis hebben kunnen ennemen Wethouder VAN GRAAFEILAND: Dit voorstel is geboren uit de behoefte om eens na te gaan of een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 265