12 FEBRUARI 1976
271
rende behoefte, vallen niet zo maar als rijpe
vruchten van de boom. In dit verband zijn begrip,
wijsheid, studie .en volharding vereist. Mede
daarom verzoek ik het college met de sterkst mo
gelijke bemanning van start te gaan. De C.D.A.-
fractie hecht daar grote waarde aan.
Wij gaan akkoord met de juridische basis ex
artikel 62 van de gemeentewet. In het experimen
tele stadium vinden wij een commissie van advies
aan b. en w. een verstandige organisatievorm. De
commissie ex artikel 62 lijkt ons een juist uit
gangspunt, als basis voor een goede overlegstruc
tuur. Helemaal zonder zorg ben ik echter niet. Op
blz. 15 van de nota komen bij punt j de relaties
aan de orde. Ik hoop dat bijvoorbeeld de samen
werking via werkgroepen met St.A.R.culturele
raad en jeugdadviesraad zich spontaan zal ontwik
kelen en dat men elkaar op de juiste wijze, ge
zien vanuit de geschetste omstandigheden, werke
lijk zal weten te ontmoeten. Er is weliswaar spra
ke van een experiment, maar de uitslag daarvan
achten wij van groot belang en van verstrekkende
betekenis voor de andere wijken.
Voor mij blijven slechts twee vragen over.
Op blz. 14 en 15 is de begeleiding van het pro
ject aan de orde. Met deze begeleiding staat of
valt naar mijn mening het gehele project. Goed
evalueren is hierbij een niet onbelangrijk hulp
middel. Ik ben dol op evaluatiegegevens en daarom
hoop ik dat op zijn minst de commissie voor alge
mene zaken de resultaten van de evaluatie van het
gehele projectgebeuren door het provinciaal op-
bouworgaan te zijner tijd op tafel krijgt. Deze
gegevens zijn nodig om door middel van bijsturing
tot een slagvaardig beleid te komen.
Mijn tweede vraag betreft de rechtspositie
van de ambtenaren. Er kunnen conflicten ontstaan.
De werktijd is bijvoorbeeld een aangelegenheid
waarop ik op dit ogenblik geen zicht heb. Ik zou
het college willen voorstellen dit onderwerp bij
de eerstvolgende gelegenheid eens ter sprake te