276 12 FEBRUARI 1976 het college zouden wij graag willen vernemen of het de uitgangspunten en doelstellingen van de nota van de voorbereidingscommissie onderschrijft. Zijn deze uitgangspunten en doelstellingen opge nomen in de taakstelling die in het voorstel van het college wordt omschreven? Het projectteam be hoort te weten waar het aan toe is. In de nota van het college komen de samen stelling en de teamleiding ter sprake, waarover in de commissie voor algemene zaken is gediscus sieerd en de heer Kramer ook vanavond iets heeft gezegd. Dit punt zou nog even in het college wor den bezien. Het betreft hier de samenstelling van het team zelf, de teamleiding en de kwestie van het inschakelen van ambtenaren. Alle fracties hebben vrij veel bedenkingen tegen het opnemen van ambtenaren geuit. Ook had men er bezwaar tegen dat de projectleider uit het ambtelijk apparaat zal worden gerecruteerd. De bezwaren komen niet voort uit de opvatting dat het projectteam de ambtenaren niet nodig zou hebben dat is na tuurlijk wèl het geval maar uit de verwachting dat de ambtenaren in hun dagelijkse adviserende functie ten opzichte van het college en als per manente deelnemers aan de werkzaamheden van het team in een rolconflict kunnen komen te verkeren. Wij menen dat men dit moet voorkomen; het college zou daar nog eens over nadenken. In de nota van de voorbereidingscommissie staat daar denken wij hetzelfde over dat er een goede relatie tussen raad en projectteam moet zijn. Op grond van de ter tafel liggende besluit vorming is een dergelijke relatie niet aanwezig. Artikel 61 van de gemeente biedt daartoe de moge lijkheden, hetgeen wij hier nog eens speciaal wil len beklemtonen. In de commissie voor algemene zaken hebben wij aangekondigd dat wij in de raad van onze opvattingen blijk zouden geven. Wij heb ben deze opvattingen vastgelegd in een motie, waarin het college wordt verzocht het team op grond van artikel 61 van de gemeentewet samen te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 276