12 FEBRUARI 1976 279 normale betekenis aan de orde is. Ik geloof dat die vaststelling juist is. Het is in dit stadsbe stuur nog niet eerder voorgekomen dat er sprake was van wat men een territoriale advisering aan het college van burgemeester en wethouders zou kunnen noemen. Daarop heeft het voorstel van b. en w. betrekking; het is goeddeels in overeen stemming met hetgeen men in de Hoge Vucht wenst. Het lijkt mij goed erop te wijzen dat ter ritoriale decentralisatie, waarvan nu voor de Hoge Vucht, zij in de beperkte vorm van toepassing van artikel 62 lid 1 van de gemeentewet, sprake is, iets anders is dan functionele decentralisa tie. Voor de functionele decentralisatie beschik ken wij over functionele adviesraden, die overi gens geen bevoegdheden hebben. Daarnaast kennen wij de bestuurscommissies ex artikel 61die wèl over bevoegdheden beschikken. In dit stadium is toepassing van artikel 62 lid 1 van de gemeentewet naar mijn oordeel juist. Dit betekent natuurlijk dat de instelling van een adviesgroep zoals het projectteam zal zijn, een aangelegenheid is die het college van burgemeester en wethouders regardeert. De raad zal derhalve straks eventueel moeten concluderen dat hij kennis neemt van het feit dat het college van burgemeester en wethouders een dergelijke groep onder bepaalde reglementen wil instellen. De instemming van de raad is uiteraard wel nodig voor de beschikbaar stelling van het overigens nog bescheiden krediet. In de nota en het voorstel zijn duidelijke waarborgen verwoord met betrekking tot de gebrui kelijke bestuurlijke gang, waarvoor hier onmis kenbaar is gekozen. Voor het projectteam betekent dit dat het de adviserende rol ingevolge artikel 62 lid 1 van de gemeentewet moet vervullen. De heer Crul heeft in dit verband over de relatie met de raad gesproken. Welnu, wij menen dat de voorstellen die thans ter tafel liggen de relatie met de raad bijzonder duidelijk maken. Met be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 279