280
12 FEBRUARI 1976
trekking tot de relatie met b.en w. is in de ver
ordening de mijns inziens overigens vanzelfspre
kende bepaling opgenomen dat slechts gemotiveerd
van de adviezen kan worden afgeweken; naar mijn
mening moet men altijd motiveren. Voorts is voor
zien in toezending van stukken, agenda's en notu
len aan de de betrokken raadscommissies, waarin
men mijns inziens in de eerste plaats van dit al
les kennis kan nemen. Naar aanleiding van dit
kennis nemen zou men initiatieven kunnen ontwik
kelen. Dit alles vormt zeker in het stadium
waarin het projectteam nu zal gaan werken mijns
inziens voldoende waarborg.
In de commissie voor algemene zaken is nog
gesproken over de termijn van een jaar waarvoor
naar de mening van de opbouwraad Breda-Noord uit
de vier buurten Geeren-NoordGeeren-Zuid, Bies-
donk en Wisselaar een team zou moeten worden ge
vormd. Inmiddels heb ik de Stichting Opbouwraad
Breda-Noord van de opvatting van de commissie
voor algeme zaken in kennis gesteld. Ik heb mede
gedeeld dat er over de continuïteit van de bezet
ting van de adviesraad een opmerking was gemaakt.
Inmiddels heeft men van de zijde van de opbouw
raad bericht dat men gaarne akkoord gaat met een
wat langere periode voor de benoeming van de le
den, namelijk de periode van anderhalf jaar die
ook in het voorstel wordt genoemd.
De heer Van Asseldonk heeft gezegd dat de
raad zijn verantwoordelijkheid moet blijven dra
gen. Ik geloof dat men met de beperkingen die
dat kent uit het voorstel kan concluderen dat,
zoals ik zojuist al heb gezegd, de normale be
stuurlijke kanalen hier worden gehandhaafd.
De heer Crul is uitgebreid op de positie
van de ambtenaren ingegaan. In dit verband wil ik
graag herhalen wat in de commissie voor algemene
zaken is gezegd. De positie van de ambtenaren is
niet alleen zo is het in de commissie voor al
gemene zaken ook getracteerd hier aan de orde
maar kan ik deze tijd ook op allerlei andere pun-