12 FEBRUARI 1976 283 De heer Kramer en anderen zijn zo vriende lijk geweest woorden van dank te spreken. Ik ge loof dat op dit ogenblik een bijzonder woord van dank mag worden gericht tot de voorbereidingsgroep die voor de voorbereidingsgroep aan het werk is geweest en die misschien niet eens meer bekend is. Voorts gaat mijn dank uit naar de voorbereidings commissie zelf, die het niet gemakkelijk heeft gehad en haar werk voortreffelijk heeft gedaan. Veel respect hebben wij voor de opbouwraad Breda- Noord, die gesprekspartner is geweest en dingen in de wijk zelf heeft geregeld. Een bijzonder woord van dank richt ik tot de ambtenaren, die erin zijn geslaagd alles wat in de groeperingen aan de orde is geweest in een naar mijn smaak bij zonder evenwichtig en duidelijk stuk aan de raad voor te leggen. Ik meen dat dat ook wel eens mag worden gezegd! De heer Kramer heeft erop aangedrongen dat de groep een zo sterk mogelijke bemanning krijgt. Ik geloof dat dit twee aspecten heeft. Wij zullen ervoor zorgdragen dat van de kant van de gemeente ambtenaren in de groep zullen worden opgenomen, die niet alleen uit bepaalde disciplines afkom stig zijn maar die ook mentaal opgewassen zijn tegen de problematiek. Daarbij denk ik niet al leen aan de inhoudelijke problematiek, maar ook aan procedures en de manier .van adviseren vanuit een discussie die in het projectteam zal moeten gaan ontstaan. Ik heb er het volste vertrouwen in dat men ook van de kant van de Hoge Vucht dien overeenkomstig zal handelen. Er is contact met de opbouwraad gezocht, waarbij duidelijk aan de orde is gekomen dat wij graag bereid zijn ten aanzien van de bemanning van de kant van de wijk aan de opbouwraad de helpende hand te bieden. Van de samenwerking met functionele advies raden hopen wij het beste. Ik geloof dat wij op dit punt vertrouwen mogen hebben. Het is mij be kend dat er in het werken van de stedebouwkundige adviesraad een duidelijke plaatsbepaling voor het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 283