290 12 FEBRUARI 1976 over spraken. Toen men een en ander in de wijk vergaderingen aan de orde stelde, bleek dat voor de leek het verschil tussen een commissie ex ar tikel 61 en een commissie ex artikel 62 bijzonder moeilijk vertaalbaar is. Als men een commissie ex artikel 61 ophangt aan het projecteren van een speeltuintjegeeft men wel een zeer simpele voorstelling van zaken. Een commissie ex artikel 61 houdt per slot van rekening immers veel meer in. Het verschil tussen een commissie ex arti kel 61 en een commissie ex artikel 62 brengt de heer Crul in relatie met het al dan niet hebben van vertrouwen in de burgers. Ik wijs dit namens mijn fractie volstrekt van de hand, omdat het naar onze mening geen steek houdt. Het instellen van een commissie ex artikel 62 getuigt wel dege lijk van vertrouwen in de bevolking. De voorzit ter van de raad is hier zojuist al op ingegaan, terwijl hoofdstuk nr. 13, dat op 25 april is in gediend en dat na de hoorzittingen is geformu leerd, geen twijfel laat bestaan over het stand punt dat de bewoners van de wijk na de vragen en de goede voorlichting innamen. In dit verband wil ik erop wijzen dat een en ander door middel van dia's en een overhead-projector heel aardig is gebracht. De opbouwraad heeft eerlijk te ken nen gegeven, dat hij, indien een commissie ex ar tikel 61 niet haalbaar is, voorlopig ook genoegen wil nemen met een commissie ex artikel 62. Men is van mening dat het projectteam Hoge Vucht zelf over anderhalf jaar moet bepalen of men de acti viteiten in een commissie ex artikel 61 wil voortzetten. Vervolgens wil ik enkele opmerkingen over de ambtenaren maken, waarbij ik ook weer profi teer van de omstandigheid dat ik het voorrecht heb gehad deel van de voorbereidingscommissie uit te maken. Overigens wil ik erop wijzen dat de vergaderingen van. de commissie openbaar waren en hoewel ik weet dat de raadsleden weinig tijd heb-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 290