296 12 FEBRUARI 1976 plan, het verhogen van de leefbaarheid, het in vullen van "witte vlekken" in bestemmingsplannen, het bijstellen van bestemmingsplannen, het aan brengen van recreatieve voorzieningen in de Hoge Vucht en wellicht het voorbereiden van verkeers maatregelen. Laten wij daar nu in vredesnaam Zaanstad niet bij halen en laten wij niet uit partijprogramma's citerenl De Hoge Vucht heeft er recht op dat er communicatie met het college van burgemeester en wethouders tot stand komt. Als men schaalvergrotend te werk gaat en de hele kwestie van de democratisering van het bestuur invoegt, is men in relatie tot het probleem waar het op dit ogenblik om gaat, op een oneerlijke manier aan het discussiëren. Wanneer bestemmings plannen, de invulling van vlekken, recreatieve voorzieningen en dergelijke dingen in het geding zijn, komt men in dit stadium in de Hoge Vucht met een artikel 61-commissie nergens. De hoofd zaak is een eerlijk platform dat communicatie tussen de bewoners enerzijds en het college en vooral de raad anderzijds veilig stelt. Wij heb ben daartoe naar ik meen de goede oplossing ge kozen en ik hoop dat wij die in praktijk kunnen brengen. In antwoord op een vraag van de heer Crul kan ik zeggen dat hoofdstuk 5 van de Hoge Vucht- nota, waarin de voornemens staan, onverkort van kracht is. De motie van de heer Crul wordt hierna in stemming gebracht en met 24 tegen 12 stemmen ver worpen TEGEN hebben gestemd: de heren Van den Wijngaard, Van Duijl, Van Dongen, Van Dun en Van Asseldonk, mevrouw Koek-van Merkom, de heren Gie- len, Van Graafeiland, Broeders, Sandberg, Geene, Lambregts, Koertshuis, Ten Wolde, Van Banning, Veelenturf en Kramer, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, de heren Visser, Suurmeijer, Taks, Eissens,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 296