19 JANUARI 1976 29 Instemming bestaat er bij ons met de in de nota aangegeven prioriteiten "kunstzinnige vorming" "educatie", "amateuristische zelfwerkzaamheid" en "plaats van en voorzieningen voor de kunstenaar". Met betrekking tot het laatste punt bevelen wij in het bijzonder aan de kunstenaars mede bij het oplos sen van hun problemen te betrekken: niet over hen maar samen met hen, dit alles in een sfeer van we derzijds vertrouwen. Wij stemmen in met de ideeën aangaande de in richting van een "kunstuitleen"waarvoor een soort gelijke opmerking geldt als ik zojuist met betrek king tot de kunstenaar heb gemaakt. Voorts stemmen wij in met de wijziging van de voeding van het fonds artistieke werken en met de instelling van een gemeentelijke commissie voor beeldende kunsten. Ik zou de wethouder willen vragen of hij eens pre cies duidelijk zou willen maken waarom er niet jaar lijks een bedrag van 40.000,op de begroting wordt uitgetrokken voor het geval dat eventueel mocht blijken dat de kwartjesregeling niet voldoen de is. Misschien kan de wethouder ons voorts medede len om welke reden de commissieleden slechts voor twee jaar worden gekozen en derhalve op zijn langst vier jaar zitting kunnen hebben. Tot slot deel ik mede dat wij met de voorgestelde wijziging van de subsidieregeling voor restauraties kunnen instem men. De heer HENDRIKSEN: Na de woorden van de heer Van Asseldonk heb ik er behoefte aan mijn jasje uit te trekken en een slokje water te drinken uit het glaasje van de heer Sandberg. De VOORZITTER: U hebt het woord en het lijkt mij het beste dat u daar gebruik van maakt; daar hoeft u toch geen water voor te drinken. Ik laat u wel water brengen. De heer HENDRIKSEN: Graag, want ik heb wel een beetje een droge keel. Het preadvies ligt vóór ons en de notities zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 29