8 MAART 1976
310
graag hebben gezien dat de financiële informatie
verder zou zijn uitgewerkt.
Ik kom toe aan enkele opmerkingen over de be-
sluitsvorming. Ik heb zojuist gezegd dat wij met
de P.v.d.A. en de P.P.R. op één lijn zitten ten
aanzien van de juridische maatregelen. Onze wegen
gaan echter weer uiteen, als de P.v.d.A. en de
P.P.R. het advies van de werkgroep "een ander
Breda" volgen, alternatieve basisbesluiten ten
tonele voeren en aan de hand van die basisbeslui
ten enkele amendementen indienen. Mijn fractie is
in het algemeen van mening dat een deel van deze
amendementen op dit ogenblik niet aan de orde is
omdat zij voornamelijk op het structuurplan en de
bestemmingsplannen vooruitlopen, terwijl onzes
inziens van een ander deel van de amendementen de
gevolgen niet zijn te overzien zonder dat de par-
keernota en het vervoers- en verkeerscirculatie
plan zijn behandeld.
In de commissievergaderingen heb ik gevraagd
of P.v.d.A. en P.P.R. ermee konden instemmen dat
de zgn. amendementen zouden worden beschouwd als
suggesties die het college bij de verdere uitwer
king van de plannen ofwel zou overnemen ofwel om
gegronde redenen niet zou kunnen overnemen. Zij
hebben dit voorstel niet geaccepteerd en lopen
daardoor het risico dat hun voorstellen vanavond
op zijn minst voor een groot deel zullen worden
verworpen. Over soepelheid gesproken: een naar
onze mening grote tegemoetkoming onzerzijds, een
hardnekkige, eigenwijze opstelling hunnerzijds!
De indruk wordt gewekt dat P.v.d.A. en P.P.R. be
ter in staat zouden zijn te overzien wat op dit
ogenblik de beste oplossingen schijnen te zijn
dan de grote groep deskundigen die aan deze voor
stellen heeft gewerkt.
Een ander punt waarover mijn fractie en P.v.d.
A./P.P.R. van mening zullen verschillen, is de
tijdige beschikbaarheid van de militaire terrei
nen. Voorlopig lijkt de bereidheid van staatsse
cretaris Stemerdink tot overdracht van de gronden