8 MAART 1976
315
spraakprocedure. Bij conflicten tussen comité en
gemeentelijke werkgroep zou de gemeenteraad als
hoogste instantie als scheidsrechter optreden,
Dit is het participatiemodel van de gemeente
Dordrecht dat in 1974/1975 is ontwikkeld. Er is
dus toch sprake van echte participatie, van een
goede samenwerking met ambtenaren in werkgroepen
en werkwinkel en van regelmatige contacten met de
wethouder. Men zou zo zeggen dat hier een ideale
proeftuin voor experimenten ligt, maar men kan de
vraag stellen waarom dat alleen daar het geval is,
aangezien de ervaringen van de andere wijkcomité's
hier schril bij afsteken. Men heeft rapporten ge
schreven, koffie geschonken, brieven gestuurd,
wethouders durven aanspreken enz., enz. Nog steeds
is er echter na de hearing van 10 december geen
contact tussen de gemeente en de overige wijkco
mité's gelegd. Al drie maanden staan deze mensen,
die voor de belangen van hun woonbuurt willen op
komen en die dus het stadsvernieuwingsproces kun
nen versnellen en verbeteren, in de kou. Wethouder
Van Dun bestond het na een lijvig rapport over de
Chassébuurt, alsmede drie brieven, te zeggen dat
hij nog nooit iets van het betrokken comité op
zijn bureau had gezien. Dit comité heeft aan den
lijve ondervonden wat inspraak inhoudt: gehoord
worden en wachten, heel lang wachten. Vandaar dat
het comité zelf iets anders onder inspraak ver
staat en is gaan inzien dat er bij een goed gere
gelde inspraakprocedure sprake kan zijn van een
werke1ij ke samenwerking
In de commissievergadering is gezegd dat de
Spoorbuurt niet rijp voor inspraak zou zijn. Juist
de bewoners van Spoorbuurt werden echter voor het
blok gezet. Hun wijk zou een kantorenwijk worden.
Weliswaar is dit plan gematigd, maar de trein was
al ontspoord voordat er sprake was van contacten
met de wijk. In de wijk weet men nu goed wat voor
soort inspraak men wenst en hoe anders die is dan
die van de gemeente.
Ook andere werkgroepen hebben het niet ge-