8 MAART 1976
317
mer gebruik kunnen maken.
Kernpunten uit mijn betoog samenvattend wil
ik het volgende zeggen. De onjuiste beoordeling
van de functie van inspraak in het geheel van de
stadsontwikkeling is vaker gebaseerd op onjuiste
beeldvorming, gebrek aan informatie en gebrek aan
kennis dan op verschil in politieke visie. Een
goed geregelde inspraak is een essentieel onder
deel van het voorwaardenscheppend beleid van de
gemeente met betrekking tot de stadsvernieuwing.
Inspraak is derhalve geen doel maar een methodiek,
een middel. Door relatief weinig gewicht aan in
spraak en participatie te hechten introduceert en
versterkt het college in de Bredase binnenstad in
feite een conflictmodel.
De heer TEN WOLDE: Toen de heer Hendriksen
bezig was, werd ik een beetje angstig, want ik
heb mij er niet op voorbereid mijn gehele algeme
ne beschouwing te wijden aan de inspraak en aan
de wijze waarop deze zou moeten verlopen. Wél heb
ik aan dit onderwerp in een gedeelte van mijn be
toog aandacht geschonken en ik hoop dat ik daar
mee op dezelfde manier als de heer Hendriksen
aangeef hoe moeilijk het is de burgers op de juis
te manier bij onze plannen te betrekken. Dit is
een iets ander ingangspunt dan de heer Hendriksen
heeft geëtaleerd.
De fracties zijn, alvorens de concept-be
sluiten van het preadvies aan de orde komen, in
de gelegenheid gesteld omtrent het ter tafel lig
gende plan algemene beschouwingen te houden. Het
is naar onze mening goed de vraag te stellen wat
de draagwijdte van het voorstel is. In het voor
stel zijn enkele intentieverklaringen samengevat
waarin een visie is neergelegd met betrekking tot
de wenselijke inrichting van de Bredase binnen
stad, met als doel eensdeels bepaalde negatieve
ontwikkelingen aan banden te leggen dan wel terug
te dringen, andersdeels bepaalde toekomstwensen
in de binnenstad in te passen, dit alles op grond