8 MAART 1976
323
de visie van het college dat de woonfunctie in
het bijzonder in de gebieden tussen het hart van
de stad en de singels moet worden bevorderd. Een
sterke woonfunctie in zone 1de echte stadskern,
is echter nauwelijks haalbaar, tenzij men zo
als ik reeds heb gezegd stringente machtsmid
delen gaat toepassen. Dit gedeelte van de stad
beslaat overigens niet meer dan 15 van het ge
hele gebied waarvoor het binnenstadsplan geldt.
De mogelijkheid tot versterking van de woonfunctie
in dit gedeelte zal niet meer behelzen dan 5
van de potentiële wooncapaciteit, welgeteld onge
veer 100 woningen. Een verhoging van dit aantal
is alleen te bereiken als de gemeente zich zware
juridische machtsmiddelen zou verschaffen. Deze
middelen staan in een schril contrast tot het to
tale, relatief kleine wooneffect dat wij zouden
kunnen bereiken. Op basis van deze visie kan men
ons niet verwijten te veel de centrumgedachte aan
te hangen. Woonprioriteiten moeten worden gelegd
bij plaatsen waar reëele mogelijkheden liggen,
hetgeen naar onze mening thans in de binnenste
stadskern van de Bredase binnenstad niet het ge
val is.
De gemeente zal condities moeten scheppen om
het woonklimaat te verbeteren. Een verbetering
van de parkeer- en verkeerssituatie waardoor de
parkeernoodzaak in de woonwijken afneemt, kunnen
wij ten volle onderschrijven. Het parkeren in de
woonwijken dient dan ook uitdrukkelijk te worden
beperkt tot plaatselijke bestemmingen. Bij het
aspect "verkeer" kom ik hier nog even op terug.
Verbetering van de woonomgeving kan worden
bereikt door betere groenvoorziening en boomaan-
plant.Bij het bouwen van nieuwe woningen in de
binnenstad zal een goede afspiegeling van de be
hoeften naar gelang van de bevolkingsopbouw tot
stand moeten komen. Er zullen echter ook méér wo
ningen voor gezinnen moeten worden gebouwd, waar
bij rekening dient te worden gehouden met de
scholensituering in onze binnenstad. Bij het uit-