8 MAART 1976 324 voeren van deze woningbouw zal tevens grote prio riteit moeten worden gegeven aan het opvullen van de lege plaatsen; ik denk daarbij in het bij zonder aan het gebied Leuvenaarstraat/Middellaan en de Gerardus Majellawijk. Wij zullen er bij het college nogmaals op aandringen te trachten waar mogelijk lokatiesubsidie te verkrijgen, ten einde de huren in de binnenstad op een aanvaardbaar ni- veua te houden. De V.V.D.-fractie is er gelukkig mee dat voor de Spoorbuurt een gewijzigd voorstel op tafel ligt waarin de mogelijkheid wordt geschapen om de be staande woonfunctie te handhaven met een aangepas te kleinschalige kantoorontwikkeling. De integra tie van deze twee functies kan de levendigheid in de wijk ten goede komen. Eenzijdige ontwikkeling van het wonen schept een steriele stadswijk. Een binnenstadswijk kenmerkt zich nu eenmaal door een mengeling van functies. In het gewijzigde voorstel vinden wij onze visie terug. In deze zin kan de V.V.D.-fractie het ook eens zijn met het voorstel ten aanzien van de functie wonen. Voor het behoud van het binnenstads karakter zal het tevens noodzakelijk zijn een vol doende woningdichtheid in de .binnenstad te ontwik kelen en niet het dorp in de stad te halen. Het bevorderen van de woonfunctie in de binnenstad zal tevens moeten inhouden dat de werkgelegenheid wordt vergroot. Werkgelegenheid in de tertiaire sector verdraagt zich goed met het cultuurhisto risch model. Aan de huidige reserveringen voor de kantorensector mag dan ook niet veel meer worden getornd. De kantorennota-behandeling zal een al gemeen beeld moeten geven van de richting waarin deze sector zich zal moeten ontwikkelen; in de binnenstad echter zal de verzorgingssector grote aandacht moeten blijven behouden. Met betrekking tot de detailhandel laat het college het al dan niet toelaten van een Maxis- vestiging afhangen van een nieuw distributie-pla nologisch onderzoek. Een Maxis-vestiging in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 324