8 MAART 1976
Bredase binnenstad zal duidelijke consequenties
hebben voor het aldaar bestaande winkelapparaat,
alsmede voor het winkelapparaat op buurt- en wijk
niveau. Het is onverantwoord reeds nu een defini
tieve beslissing te nemen. In de laatste commis
sievergadering heeft de heer Lambregts er duide
lijk op gewezen dat ook een andere situering van
een Maxis-vestiging in de Bredase regio consequen
ties voor onze binnenstad zal hebben. Men kan op
dit punt een motie van de kant van de V.V.D.-frac
tie verwachten. Het distributie-planologisch on
derzoek dient overigens op zo kort mogelijke ter
mijn zijn beslag te krijgen, want een langdurig
uitstel van het invullen van het terrein aan de
Kloosterlaan is niet acceptabel. Daarnaast zullen
wij moeten beseffen dat een Maxis-vestiging in
Breda door een ieder op zijn eigen wijze wordt
beoordeeld. Er is een bepaalde belevingsfunctie
en er is een bepaalde harde economische noodzake
lijkheid. Vanuit die twee visies zullen wij be
grip moeten hebben voor eikaars standpunt.
Aan het einde van mijn betoog zou ik nog
aandacht willen besteden aan het verkeer en het
vervoer. Onze binnensteden dateren van andere tij
den dan waarin wij thans leven. In deze zin is er
in de historische opzet ook geen plaats geweest
voor de huidige verkeersintensiteit; de schaal
van de Bredase binnenstad is niet aangepast. Hier
mee wil ik niet zeggen dat deze schaal zou moeten
worden aangepast, maar wel ben ik van mening dat
men op het ogenblik naar definitievere oplossin
gen moet zoeken. Er zal een vermindering van de
verkeersintensiteit in de binnenstad tot stand
moeten worden gebracht. Wij kunnen dan ook het
collegevoorstel volledig onderschrijven. Er zal
bij voortduring moeten worden gezorgd voor een
goede bereikbaarheid van de binnenstad door middel
van een goed openbaar vervoerssysteem, alsmede
door middel van goede opvangmogelijkheden par
keervoorzieningen voor het autoverkeer. Een
verschuiving van het verkeer van de city-ring