8 MAART 1976
328
het zakenleven en overheidsinstellingen als een
"sterke" functie worden gekenschetst. Dat wil
zeggen dat in het ruimtelijk krachtenveld de func
tie "wonen" minder sterk staat dan andere func
ties, waarmee men zich om allerlei redenen graag
in het centrum wil vestigen. Dat in de Bredase
binnenstad het wonen een zwakke partij is, moge
blijken uit de sterke ontvolking van de laatste
decennia. Ook het woningbestand liep de laatste
jaren sterk terug, zoals het cijfermateriaal ach
ter in ons rapport laat zien.
In dit verband is de sloop in het gebied
van de Middellaan en de Leuvenaarstraat voor het
Koegenboegplan illustratief. Nog steeds vinden
wij daar de sporen van, terwijl gebleken is dat
de oorspronkelijke Koegenboegplannen voor kanto
ren, showrooms en dergelijke te ambitieus waren
zodat de onderhavige terreinen er nog steeds
"kaalgeslagen" bij liggen en de plannen slechts
gedeeltelijk werden gerealiseerd.
Buitenlanders vragen zich wel eens af of
de vele lege plekken in de Bredase binnenstad het
gevolg zijn van een oorlog. Ook de desolate staat
van veel panden wijst niet op een gezonde toe
stand van de binnenstad.
Behalve dat veel mensen moesten wegtrekken
is vermeldendswaard dat ook de samenstelling van
de achterblijvende bevolking sterk ging afwijken
van de samenstelling van de bevolking van geheel
Breda. Opvallend is het grote aantal alleenstaan
den en ouderen, alsmede het geringe aantal gezin
nen met kinderen. Ook op dit gebied hebben wij
achter in ons rapport cijfermateriaal bij elkaar
gezet
Kennelijk is er met het woonklimaat in de
binnenstad iets aan de hand. Er was voor de pro
gressieve fracties dan ook alle reden om met de
binnenstadsbewoners in contact te treden. Overi
gens doet het verkiezingsprogramma "Naar een an
der Breda", waarop wij in 1974 zijn gekozen, een
duidelijke keuze voor een binnenstad waarin goed