8 MAART 1976 330 der meer door het ontbreken van voldoende groen. Anders gezegd: de bewoners liegen niet als zij de ze negatieve punten naar voren brengen. Ook de sluiting van kerken, van ruimte voor jeugdwerk daarover hebben wij laatst in de krant kunnen le zen van scholen, van buurtwinkels en laatst van een buurtcafé in de Stationsbuurt wijst op een ontvolking van de binnenstad door het wegtrekken van de binnenstadsbewoners. Uit het voorafgaande blijkt dat het de hoogste tijd is om aan het woonklimaat in de bin- nenstadswijken iets te doen. Er moet een hoge pri oriteit aan worden gegeven, willen wij straks niet met een onbewoonbaar verklaarde binnenstad zitten. Van belang is dat de bewoners van de binnenstad het beslist wel nog zien zitten. Opvallend is hoe veel positieve punten men zou kunnen noemen, als de negatieve punten maar niet zo sterk waren. Men noemt als pluspunten: - vlak bij winkels en centrum; - geen saaie rijtjeshuizen maar juist alle maal verschillende huizen; - aantrekkelijke bebouwing; - goede verbindingen met openbaar vervoer. Men kan dus niet zeggen dat het investeren in een goed woonklimaat voor de binnenstad, be zien vanuit de woonbehoefte van mensen, een on haalbare kaart zou zijn. Dit brengt mij op een soort hamvraag: hebben de progressieven nu alleen maar oog voor het wonen in de binnenstad en willen zij alleen maar koste wat het kost het wonen sti muleren? Ik heb reeds gezegd dat wij aan het wonen een prioriteit geven en dat de bewoners de typisch stedelijke woonmogelijkheden van een binnenstad waarderen. Dit betekent niet dat er in onze opvat ting geen plaats zou zijn voor warenhuizen, kanto ren, winkels en dergelijke. Het gaat ons juist om de mate waarin. Wij vinden dat de huidige situatie en de door het college voorgestelde plannen voor de toekomst onvoldoende woonmogelijkheden bieden. Derhalve bepleiten wij matiging van de huidige en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 330