8 MAART 1976
332
op concrete punten per sector, maar ook op.enkele
algemene concrete beleidsvoornemens die naar onze
mening niet of onvoldoende in het inleidende deel
van het preadvies van het college terug te vinden
zijn. Zo is het college bijvoorbeeld wel op onze
suggestie inzake artikel 56 van de woningwet inge
gaan, maar niet op een aantal andere door ons ge
opperde denkbeelden. In paragraaf 2 van hoofdstuk
III van ons rapport staan enkele algemene amende
menten, die wij dit weekeinde nog onder de andere
fracties hebben gedistribueerd. Wij hebben echter
moeten constateren dat daar enkele foutjes in
stonden, zodat wij een verbeterde versie hebben
gemaakt
In de commissie hebben wij erop gewezen dat
wij van plan waren deze punten als amendementen in
te dienen. De amendementen hebben, zoals gezegd,
betrekking op alle sectoren. In het kader van de
algemene beschouwingen dien ik hierbij namens de
federatie van fracties van P.v.d.A. en P.P.R. de
algemene, voor alle sectoren relevante amendemen
ten A t/m U in.
Over enkele amendementen wil ik iets zeggen.
In amendement B wordt bijvoorbeeld gepleit voor
extra mankracht voor het opbouwwerk. Bij het wijk-
werk hebben wij gemerkt dat dat hard nodig is. In
amendement D wordt gepleit voor peiling van de
herhuisvestingsbehoefte van degenen die door de
city-ontwikkelingen in het bijzonder door het
Koegenboeg-plan uit de binnenstad zijn verdre
ven. Voorts vraag ik aandacht voor amendement F
waarin wordt gepleit voor een onderzoek met als
uitgangspunt de woonbehoefte naar de omvang en
inrichting van een goede binnenstadsbuurt. Daar
naast wijs ik op amendement R, waarin wordt voor
gesteld, een eigen gemeentelijke monumentenveror
dening te ontwikkelen, zoals dat in Tilburg en
andere plaatsen is gebeurd.
In de drie commissievergaderingen, waarvoor
wij onze nota met alternatieven hadden ingebracht,
is gebleken dat de bereidheid om serieus op onze