8 MAART 1976
333
voorstellen in te gaan bij C.D.A. en V.V.D. vrij
gering was. Omdat wij van die kant altijd te horen
hebben gekregen dat men onze voorstellen, als wij
ze maar bijtijds op papier zouden indienen, wer
kelijk wel zou bekijken, hebben wij, evenals bij
eerder ingediende initiatief-voorstellen, veel
werk verzet om tijdig en op papier onze gedachten
naar voren te brengen. Wat kregen wij echter te
horen? In de eerste commissievergadering werd ge
zegd: wat jullie willen, willen wij ook. Die vlie
ger ging echter al snel niet meer op, zoals reeds
bij de stemverhouding met betrekking tot de advi
sering over de collegevoorstellen en over onze
amendementen bleek. Er bleken wel degelijk me
ningsverschillen te zijn. Toen werd door C.D.A.
en V.V.D. naar mijn mening als uitvlucht ge
zegd: wat jullie willen is eigenlijk niet aan de
orde, het is te gedetailleerd. Vanavond hoor ik
van de heer Geene dat hij zou hebben gezegd ik
heb het toen niet gehoord, maar het is mogelijk
dat het college onze voorstellen als suggesties in
de beschouwingen zou kunnen betrekken. Het is dan
echter onbegrijpelijk dat hij tijdens de commis
sievergaderingen geen enkele positieve benadering
van onze voorstellen ten toon heeft gespreid en
dat hij daarentegen juist al onze voorstellen met
een enkel woord heeft afgewezen. Misschien kan de
heer Geene daar nu of op een ander ogenblik eens
een toelichting bij geven.
De heer GEENE: Ik heb bezwaar tegen deze op
merkingen van de heer Houben. In de commissie
hebben de amendementen zeker aandacht gekregen en
daar heb ik het voorstel gelanceerd de amendemen
ten als suggesties aan het college mee te geven
en te bezien in hoeverre ze in de toekomstige
plannen zouden kunnen worden verwerkt. Ik meen dat
dat een grote tegemoetkoming is.
De heer HOUBEN: Omdat was opgemerkt dat de
amendementen prematuur en te detaillistisch zouden
zijn, hebben wij ons natuurlijk nog eens afge-