335 8 MAART 1976 den er kennelijk weer nieuwe amendementen inge diend die althans mij tot op heden niet exact be kend waren. Wij moeten straks maar kijken wat wij daarmee moeten doen. Tot nog toe ben ik ervan uit gegaan dat de raadsleden kennis hebben kunnen ne men van het stuk dat hun zaterdag heeft bereikt en dat dit bij de beraadslagingen over de 83 voor gestelde besluiten nader in discussie zal komen. Ik zal later in deze vergadering een daartoe strekkend voorstel doen. Wij moeten even bekijken wat de nu ingediende amendementen betekenen en in hoeverre zij eventueel zouden kunnen worden inge past. Wethouder VAN DUN: Het reageren op een uur algemene beschouwingen is moeilijk, te meer daar enkele algemene punten die in deze algemene be schouwingen aan de orde zijn geweest ook al enke le malen in vele commissievergaderingen zijn be sproken. Men duide het mij dan ook niet euvel dat ik mij tot enkele hoofdopmerkingen beperk, met de toezegging aan alle sprekers dat opmerkingen over details die zijn gemaakt of dreigen te worden ge maakt, later op de avond bij de behandeling van de 83 deelbesluiten aan de orde komen. Allereerst wil ik het volgende zeggen, waarbij ik méér doe dan voldoen aan een formele verplichting. Het verheugt mij bijzonder dat en kele sprekers dank hebben gebracht aan onze amb tenaren en aan het bureau Van Hezewijk als extern adviseur bij het totstandkoming van de stukken die wij vanavond bespreken. Ik zal deze dank graag aan de ambtenaren, van wie de raad er van avond enkele ziet, doorgeven, omdat de besluit vorming die de raad vanavond wordt voorgelegd in samenwerking tussen praktisch alle gemeentelijke functies in ons apparaat tot stand is gekomen, hetgeen ons naar ik meen zeer mag verheugen. Ook het college wil in dit verband uiting geven aan zijn dankbaarheid. Vervolgens wil ik twee opmerkingen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 335