8 MAART 1976
337
geven, maar wel nader op het ogenblik van vanavond
willen ingaan. Er liggen 83 concept-besluiten en
allerlei amendementen ter tafel, als resultaat van
een woest en misschien overrompeld stukje histo
rie. Er zijn rapporten uitgebracht; de heer Geene
heeft ze genoemd en ik zal deze vermelding niet
tot vervelens toe herhalen. In de loop van de ja
ren is veel papier beschreven en is een vijftal
preadviezen uitgebracht. Voorts zijn er negen
hearings en twee informatie-avonden belegd, ter
wijl er veel zaken zijn uitgelokt. Vanavond zou ik
terwille van de zuiverheid van de discussie aan de
raad willen vragen of het mogelijk is de verdere
besluiten aan de hand van de logische besluitvor-
mingslijn van de raad te bezien. Ik geloof dat het
niet juist zou zijn bij elk van de vanavond voor
gestelde besluiten terug te koppelen naar beslui
ten die eerder in de raad zijn voorgesteld maar
niet zijn genomen. De raad weet dat is gekozen
voor een bepaalde methodiek, voor een bepaalde
"modellering" van de binnenstad en ondanks an
dersoortige opmerkingen voor het stellen van
prioriteiten. Wij vertrekken vanuit het cultuur
historisch model en wij willen door een integratie
van functies in het kader van de gestelde priori
teiten bewerkstelligen dat er geen optelsom van
functies in de binnenstad tot stand komt, maar dat
deze functies evenwichtig samengaan, zodat de
meerwaarde die wij voortdurend hebben beoogd, tot
haar recht komt.
Ik geloof dat hier een heuglijk feit in het
geding is en dat de opmerkingen die de heer Rienks
onlangs in de Tweede Kamer heeft gemaakt onjuist
zijn. Hij heeft betoogd dat ook hier weer zou
blijken dat door de Haagse Beemden het gemeente
lijk apparaat zo zeer zou zijn overbelast, dat er
zich met betrekking tot de besluitvorming over de
binnenstad een ernstige vertraging zou voordoen.
Dit is niet juist. Er is geen vertraging opgetre
den; men heeft zich alleen redelijk kapotgewerkt
Terugkomend op de 83 voorgestelde besluiten,