8 MAART 1976 339 men doelstellingen en wensen uit te voeren. Ik kom hiermee min of meer terecht bij opmerkingen van de heren Hendriksen en Houben, waarop ik straks nog terugkom. Een ander aspect is: gesteld dat wij bepaalde maatregelen willen en kunnen uitvoeren, zijn wij dan in staat de kosten daarvan te dragen? In ons voorlopig preadvies van verleden jaar oktober heeft men kunnen zien wat de operatie in de bin nenstad zou moeten gaan kosten. De leden van de commissies voor financiën, openbare werken en ruimtelijke ordening hebben vertrouwelijk een glo bale raming van de kosten van elk besluit ter in zage gekregen. De vraag of Breda alleen de beno digde financiële middelen kan opbrengen, dient ontkennend te worden beantwoord. Het is voor ie dereen in deze raad en uiteindelijk ook voor het college duidelijk dat deze binnenstadsoperatie op korte en op lange termijn financieel gezien nooit ofte nimmer een zaak van de Bredase gemeenschap zelf zal kunnen zijn. Wij hebben dan ook al in een vroeg stadium contact gezocht met departementen die ons van financiële middelen zouden kunnen voor zien. Ik geloof dat wij de raad moeten mededelen dat er bereidheid is. De waardering voor de bin nenstad s aanpak van Breda is aanwezig, de financi ële vertaling is mogelijk, maar de gemeenteraad van Breda zal eerst vanavond duidelijke intentie verklaringen op tafel moeten leggen. Voordat de subsidiekraan open gaat, zal er eerst in de ge meenschap van Breda zelf tot "materiële overeen stemming" moeten worden gekomen. Nadat vervolgens materiële overeenstemming met de subsidiërende rijksoverheid is bereikt kan met betrekking tot de besluiten, de visie op de binnenstad en de con crete activiteiten tot financiële vertalingen wor den overgegaan. Dit betekent dat de heer Geene er geen gelijk in heeft dat wij hier met de natte vinger te werk zou den zijn gegaan en dat wij in vogelvlucht aan een en ander voorbij zouden zijn gegaan. Deze procedure

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 339