8 MAART 1976 347 zonder omdat aan de hand van de vanavond te nemen besluiten nieuwe indicaties met betrekking tot het parkeren in de binnenstad op komst zijn. Tot slot iets over het betoog van de heer Hou- ben. Hoewel ik hem ken als Bredanaar en hem in dat opzicht ook waardeer, heb ik er moeite mee zijn betoog in de teneur waarin hij het heeft bedoeld voortdurend te blijven volgen. Hij heeft in de raad al eerder over de "desolate binnenstad" ge sproken. Ik zou kunnen zeggen dat ik het niet met hem eens ben, maar dat is te zwak, en als ik ande re woorden zou gebruiken, zou ik onmiddellijk bui ten de orde worden verklaard. Ik vraag mij alleen maar af wat de 50.000 mensen die op een zaterdag naar de binnenstad komen, in die desolate binnen stad komen doen. Waarschijnlijk komen zij naar de gaten en de kaalslagterreinen kijken! Als ik op het ogenblik in de binnenstad rond loop, stemmen de activiteiten die daar worden on dernomen mij tot verheugenis. Ik heb er alleen maar grandioos de pest aan als bepaalde ontwikke lingen niet alleen in de dienstverlenende sector maar vooral ook op het gebied van het wonen nog achterwege moet blijven overigens terecht omdat wij afspraken over bepaalde procedures heb ben gemaakt. Breda heeft geen desolate binnenstad maar een binnenstad die een soort vitamine bevat en die zich door de besluitvorming van vandaag verder zal kunnen ontwikkelen. De heer Houben heeft de vraag gesteld of zijn groepering als enige in de raad de prioriteit aan het wonen wil geven. Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord: wij geven met zijn allen prio riteit aan het wonen, aangezien het college aan de raad voorstelt hoge voorrang aan de versterking van de woonfunctie te geven. Komen de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. dan als enige tot de conclusie dat de bewoners van de binnenstad hinder van het verkeer ondervinden, zodat het openbaar vervoer moet worden bevorderd en het doorgaand verkeer moet worden teruggedrongen? Deze vraag moet eveneens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 347