8 MAART 1976
356
de vergadering.
SCHORSING.
(tijdens de schorsing worden de demon
stranten van de publieke tribune verwij
derd)
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
Aan de orde zijn de beraadslagingen in eerste
termijn over de basisbesluiten.
De heer VAN DUIJL: In mijn betoog zal ik
in hoofdzaak ingaan op het verkeerhet vervoer
het parkeren en de bereikbaarheid van de binnen
stad.
Het verkeer en het vervoer hebben in Bre
da altijd een belangrijke rol gespeeld. Breda was
op dat gebied ook een belangrijke stad en is dit
nog altijd. Als wij de geschiedenisboeken daarop
naslaan, lezen wij dat.Breda zijn ontstaan dankt
aan een twaalfde-eeuwse vestiging bij de burcht,
of, zoals deze nu wordt genoemd, het kasteel van
Breda. Deze vestiging lag langs de rivier de Mark
en werd in de veertiende eeuw voorzien van een
omwalling waarvan weinig of niets is overgeble
ven. De oorzaak hiervan was dat in de jaren 1531-
1543 een nieuwe uitleg van de eerste omwalling
werd gerealiseerd, omdat door de uitgroei van de
stad de veiligheid voor de burgers onvoldoende
gewaarborgd was. Van deze tweede omwalling is ook
nauwelijks iets overgebleven» Zij is nu nog te
herkennen aan ons singeltracé, dat duidelijk laat
zien hoe de oude kern van Breda er omstreeks 1550
uitzag. Voor deze kern van Breda gaan wij vana
vond, als de raad ermee instemt, een aantal be
langrijke basisbesluiten nemen.
Terugkerend tot het verkeer en het ver
voer constateer ik dat uit de geschiedenis blijkt
dat in de vroegere eeuwen Breda evenals nu func
tioneerde binnen het verkeerskwadraat oost-west
en zuid-noord, met een grote handel op Antwerpen
en het westen. Op die manier was Breda een sta-