a
8 MAART 1976
357
pelplaats, waarbij de activiteiten niet zo zeer
gericht waren op het handel drijven met de voort
brengselen van eigen industrie maar meer op de
doorvoer. Hierbij speelde het voorzien van de re
gio een zeer belangrijke rol. Deze laatste functie
is tot op dit ogenblik nog een zeer belangrijk ge
geven, hetgeen inhoudt dat Breda als voorzienings
centrum voor de regio dient.
Op blz. 5 van de concept-nota van P.v.d.A. en
P.P.R. wordt opgemerkt dat Breda zijn city-droom
moet laten varen. Ik zou hierover willen opmerken
dat het niet Breda is dat een city-droom heeft,
maar dat het gegeven dat Breda de grootste gemeen
te in West-Brabant is er automatisch toe leidt dat
onze stad in het Westbrabantse gebied de functie
van centrumgemeente vervult. Het zou dwaasheid
zijn deze functie bewust tegen te werken, omdat
juist dan de ongewenste wildgroei van de kleine
kernen, waartegen ook het provinciaal beleid en
het rijksbeleid gericht is, zou worden gestimu
leerd. De centrumfunctie van Breda is een gegeven
waarop het beleid op de juiste wijze moet worden
afgestemd, zonder hierbij in extremen te vervallen.
Nu zal men zich afvragen wat dit alles met het
vanavond ter tafel liggende binnenstadsplan te ma
ken heeft. Welnu, een deel van de bedrijvigheid in
onze stad speelt zich in de binnenstad af. Daarbij
denk ik niet in de eerste plaats aan onze economi
sche activiteiteiten, maar in het bijzonder aan de
neringdoenden. Afgezien van de activiteiten van
neringdoenden, worden er in de binnenstad ook an
dere activiteiten verricht. Ik noem bijvoorbeeld
de culturele en de recreatieve activiteiten. Al
deze activiteiten zouden echter voor de binnenstad
geen enkel functie hebben, als zij zich zouden ma
nifesteren in een stad die geen grote plaats voor
de woonfunctie zou inruimen. Het binnenstadsplan
laat op dit punt geen enkele onduidelijkheid be
staan.
Alle onderwerpen die ik nu de revue heb laten
passeren, vragen om een goed functionerend wegen-