8 MAART 1976
358
net met daarnaast een goed functionerend openbaar
vervoer. Afgezien van het openbaar vervoer dient
er echter sprake te zijn van een goede bereik
baarheid voor andere middelen van vervoer, waar
onder de fiets en de auto. Deze laatste is op dit
ogenblik in de ogen van velen de grote boosdoener
die het liefst zo snel mogelijk moet worden opge
ruimd. Hiertoe zijn en worden steeds weer opnieuw
belemmeringen uitgevonden en toegepast, die ech
ter tot op dit ogenblik nauwelijks effect sorte
ren. Ik ben van mening dat al dergelijke beper
kende maatregelen ook in de toekomst nauwelijks
effect zullen sorteren. Wij hebben in de naoor
logse jaren ook de burgers met een enigszins
smalle beurs de mogelijkheid gegeven zich een ge
motoriseerd vervoermiddel aan te schaffen, waar
zij terecht dankbaar gebruik van maken. Dit
vervoermiddel laat de burger zich evenwel niet zo
maar afnemen; wèl zullen wij alle burgers moeten
leren er een selectief gebruik van te maken. Als
men echter toch van de auto gebruik wil maken,
zal men de prijs moeten betalen voor de voorzie
ningen die moeten worden getroffen om de auto op
een nette manier op te bergen c.q. te laten par
keren. Het is goed dat men de stadskern en in het
bijzonder onze historische binnenstad van de over
vloed van gemotoriseerd verkeer heeft ontlast
door het instellen van een voetgangersdomein. Dit
voetgangersdomein heeft dat is nu reeds zicht
baar de gezelligheid en de rust in de Bredase
binnenstad teruggebracht, zij het dat aan die ge
zelligheid nog wel het een en ander te doen is,
maar daar wil ik op dit ogenblik niet op ingaan.
Dit alles leidt tot de conclusie dat de
binnenstad goed bereikbaar moet zijn. Het ver
waarlozen van deze goede bereikbaarheid zou voor
het algehele functioneren van de binnenstad de
doodsteek zijn. De goede bereikbaarheid vergt en
kele goede verbindingswegen, die naar onze mening
op dit ogenblik reeds aanwezig zijn, maar die
niet altijd optimaal functioneren doordat er ge-