8 MAART 1976 359 bruik van wordt gemaakt door doorgaand verkeer dat niets met de binnenstad van doen heeft. Om die re den kunnen wij ons verenigen met het nemen van maatregelen waarmee wordt beoogd het doorgaande verkeer te belemmeren. Wij denken hier in het bij zonder aan de Houtmarkt, de Karnemelkstraatde Nieuwe Prinsenkade, de Gedempte Haven, de Marken- daalseweg en de KennedeylaanTerecht wijzen bur gemeester en wethouders er in het preadvies op dat het niet de bedoeling is in de binnenstad nog gro te verkeerswegen c.q. doorbraken voor wegen tot stand te brengen. Aangezien wij kunnen constateren dat de be reikbaarheid van de binnenstad wel gewaarborgd is komt het parkeren aan de orde. Op dit gebied dient nog wel het een en ander te worden gerealiseerd. Als wij over "realiseren" spreken, denken wij in het bijzonder aan een parkeerschap, waarin allen die iets met parkeren van doen hebben samenwerken teneinde in een goed gestructureerd orgaan alles onder te brengen wat met parkeren te maken heeft. Hieraan hecht onze fractie veel waarde. Naar onze mening is het noodzakelijk in het binnenstadsge- bied een goed georganiseerd geheel tot stand te brengen. Mijn fractie ziet ten aanzien hiervan de voorstellen van het college met belangstelling te gemoet Mijn fractie is voorts van mening dat het par keren dicht tegen de binnenstadskern aan mogelijk moet zijn en wel om de volgende redenen. a. Snelle bereikbaarheid van de binnenstad. b. Loopafstanden binnen redelijke grenzen. c. Het mogelijk maken van een kort verblijf in de binnenstad. d. Niet te grote belemmeringen, ook voor het zakelijke verkeer en het verzorgende verkeer. Teneinde dit mogelijk te maken hebben b. en w. enkele parkeerplaatsen om de binnenstad heen gesi tueerd, die tezamen ongeveer 1750 parkeerplaatsen zouden kunnen omvatten, waarbij ik de parkeergara ge van V D nog even buiten beschouwing laat. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 359