8 MAART 1976
377
de sterke het van de zwakke heeft gewonnen. Een
tocht door de city leert ons nog eens dat wij in
een maatschappij leven van overvloedige consumptie
en een mentaliteit die gericht is op groei, ver
spilling en overleving van de sterkste; de bewo
ners hebben het loodje gelegd.
Toch wonen er in het stadshart nog steeds 1700
mensen; het is daarmee het meest bevolkte deel van
de binnenstad. Het aantal bewoners bedroeg twee
jaar geleden nog 2000. Alleen daarom reeds is het
onverantwoord het city-karakter te versterken zo
als het college dat wil. Het proces van ontvolking
moet worden gestopt en veranderd in een proces van
bevolking. Er bevinden zich in het stadshart enke
le functies die heel goed ergens anders gevestigd
kunnen zijn. Mijn bezwaar is dat het college van
b. en w. onvoldoende kritisch heeft nagegaan wat
in het stadshart thuishoort en wat niet. B. en w.
volgen de vertwijfelde deskundige die eens zei:
"Een cityfunctie is elke functie die in het stads
hart aanwezig is." B. en W. kiezen voor dit deel
partij voor de middenstand, de horeca en het za
kenleven, waarvoor de heer Lambregts zojuist een
enthousiast pleitbezorger is geweest. Op deze ma
nier maakt het college, of het wil of niet, de
kansen op bewoning in feite kleiner. Het is immers
duidelijk dat het aantal van 1700 inwoners nog
verder zal dalen, alleen al omdat 67 van de 585
woningen niet te verbeteren is. In 1960 waren er
in dit deel van de stad nog 200 woningen méér en
wij moeten voorkomen dat de teruggang nog verder
gaat, zodat het stadshart een dood hart wordt, met
een toenemende onveiligheid en een toenemende cri
minaliteit.
Deze situatie vraagt om een actieve woonpoli-
tiek van de gemeenteraad. Ik zou dan ook aan de
wethouder concreet willen vragen hoe het college
in de toekomst denkt te voorkomen dat de woonfunc
tie nog verder achteruitgaat en dat het economisch
sterke het zwakke verdringt. De V.V.D. heeft van
avond een zeer opmerkelijke uitspraak gedaan, die