8 MAART 1976 378 misschien enigszins verloren is gegaan, maar die ik hier wil herhalen. Zij heeft gezegd niet veel voor verordeningen te voelen maar te willen pro beren met subsidies dit proces te stoppen. Ik kan mij daar heel weinig bij voorstellen en ik zou graag straks van de V.V.D. horen waarom zij zo te gen verordeningen is en waarom zij bij dit punt precies denkt bij het woord "subsidies". Wat denkt het college van b. en w. van de "woonbescherming"een principe dat door de St.A. R. is geïntroduceerd? Dit principe houdt in dat in ieder geval een minimaal aantal woningen in de binnenstad niet wordt onderschredenHet moet mij trouwens van het hart dat de St.A.R. in deze gang van zaken als geheel nauwelijks heeft gefunc tioneerd. De St.A.R. is wel bij de voorbereiding maar niet bij de besluitvorming betrokken. Ik verbaas mij over de gemakkelijke wijze waarop het college over allerlei adviezen van de stedebouw- kundige adviesraad is heengestapt. Deze adviezen had men uit de hearing voor de bevolking gedis tilleerd; zij gingen overigens voor een groot deel in onze richting. Ik heb al eerder in een commis sievergadering gezegd dat ik soms de indruk heb dat de St.A.R. wordt gebruikt wanneer het uitkomt en wordt verzwegen wanneer het in de kraam te pas komt. Een ander probleem is dat het college ook al gebruikt het het woord niet meer bij het woord "stadshart" toch nog steeds in hoofd stadtermen denkt en het wenselijk acht dat het hoogste voorzieningenniveau in het hart ligt. Wij vinden dit ongewenst en pleiten, zoals men zal hebben begrepen, voor meer spreiding van de regi onale en bovenwijkse functies. Een wat beschei dener opstelling bij allerlei wilde plannen lijkt ons gewenst. Ik denk in dit verband aan de Maxis- vestiging, kantoren bij het station, een hotel bij het Turfschip, een casino etc. Het college van b. en w. zou eens wat minder aan V.V.V. en V.V.D. moeten denken. Overigens zitten wij vanavond wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 378