8 MAART 1976
384
drukkelijk de mening van het college verkondigd.
De heer Lambregts zegt in feite dat er geen barst
waar is van wat zijn wethouder heeft staan ver
tellen, zowel met betrekking tot de functie van
trekkerals op het terrein van werkgelegenheid
en alles wat daarmee samenhangt.
De heer LAMBREGTS: Ik begrijp niet waar de
heer Crul zich zo druk over maakt. De heer Houben
heeft zich afgevraagd hoe het toch mogelijk is
dat het C.D.A. zich druk maakt over de Maxis-ves-
tiging, maar kennelijk maakt de heer Crul zich
daar wèl druk over!
De heer CRUL: Wij maken ons natuurlijk
druk over de Maxis-vestigingDeze is voor de
sectoren 6 en 7 van zeer grote betekenis, zoals
u hebt onderschreven. In uw betoog kon ik de op
merkingen van de fracties van P.v.d.A. en P.P.R.
in de Tweede Kamer terugvinden. Zij zijn van me
ning dat ook de middenstand op hun partijen moe
ten stemmen, omdat deze extra maatregelen voor
deze groep in het vooruitzicht hebben. Misschien
is een uitnodiging aan u op dit terrein wel aan
genaam. Ik had de indruk dat u daarnaar lonkte.
Ik kan het bij het verkeerde eind hebben, maar ik
meen dat u het, als u dat onderschrijft, bij ons
best zult kunnen vinden.
De heer LAMBREGTS: Ik wijs nogmaals op de
opmerking van de heer Houben, die heeft gezegd
niet te begrijpen dat de commissievergadering
hiervoor moest worden onderbroken. Blijkbaar
vindt de heer Crul dit onderwerp hij spitst
het nu toe op het gebied waar hij over spreekt
toch wel zó belangrijk, dat hij enkele uitlatin
gen van mij ten tonele voert. Daarnaast meen ik
dat het goed gebruik is dat de meningen van frac
tiegenoten tegenover elkaar mogen staan. De vraag
of ik alleen mijn opvatting verkondig of dat ik
toevallig in het straatje van de heer Crul kom,
is naar mijn mening niet belangrijk.