8 MAART 1976 386 missievergadering reeds hebben betoogd, zijn deze wijken zeer belangrijk, omdat zij relaties hebben met alle wijken in de omgeving, ook buiten de sin gels. Het is daarom van groot belang dat wij van de wijken weer buurten proberen te maken die de eigenschap van menging van functies hebben. Daar toe zal in deze wijken het wonen moeten worden be vorderd, terwijl de kleine middenstand de taak van de lichte bovenwijkse functie moet kunnen vervul len. Recreatieve voorzieningen en voorzieningen op het gebied van de verkeerscirculatie zijn daarbij van groot belang. Met betrekking tot de Maxis-vestiging ligt een motie ter tafel waarin de situatie wordt her leid tot de jaren '60, toen wij voor deze buurt beslissingen hebben genomen waar wij op het ogen blik spijt van hebben. De ontwikkelingen die zich in deze buurt hebben voorgedaan heeft naar ik meen niemand gewild. Als wij een en ander nog langer vertragen, nemen wij op het ogenblik niet de be slissingen die noodzakelijk zijn. Het door de C.D.A.-fractie ingediende a- mendement op voorstel nr. 47 gaat naar ik meen in de richting van ons standpunt. Misschien kunnen wij elkaar op dit punt nog vinden. De heer HOUBEN: Ook nu weer blijkt dat de Maxis-vestiging bij C.D.A. en V.V.D. meer gevoe lens oproept dan de Spoorbuurt. Ik heb wel eens de indruk dat voor veel Bredanaars misschien geldt dat ook voor degenen die aan de ontwikkeling van de binnenstadsplannen hebben gewerkt de Spoor buurt als woonbuurt afgeschreven was. De oorspron kelijke plannen van het college kwamen neer op een bijna volledige verkantoring"waardoor het wonen voorgoed uit deze buurt verbannen zou zijn. Geluk kig zijn deze plannen na protesten uit de Spoor buurt ingetrokken, maar dit heeft nog niet tot het innemen van een positief standpunt geleid. De St. A.R. en de Kamer van Koophandel hadden al eerder te kennen gegeven dat de prognoses voor het kan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 386