8 MAART 1976 394 sen voor auto's in parkeergarages te gaan reser veren, Dit aantal is gebaseerd op prognoses aan de hand van tellingen van '70/'74 en op enkele normen, waarvan er één is dat parkeergelegenheid ongeveer 100 m van een grote trekker af mag lig gen, Dergelijke normen lijken ons een tikkeltje uit de lucht gegrepen en om die reden is mogelij kerwijs ook het aantal enigszins ambitieus. Wan neer men weet dat op het ogenblik een plaats aan de Maas met ongeveer 680.000 inwoners een groot zakencentrum met een grote regio, in casu Rotterdam niet meer dan ca. 3300 plaatsen in parkeergarages heeft, moet men toch tot de con clusie komen dat Breda zichzelf enigszins over schat als het meent in zijn city 2200 plaatsen te moeten reserveren. Ik heb er overigens wel begrip voor dat dit aantal over een bepaalde periode moet worden uitgespreid. Eerlijk gezegd zie ik niet goed in dat de functie van Breda zó zal groeien, dat zij in de buurt van één derde ge deelte tot de helft of nog meer van de func tie van Rotterdam komt. Bovendien komt de beslissing met betrek king tot het streven naar de vestiging van par keergarages tamelijk vroeg. Het verkeerscircula tieplan is niet bekend en er is geen parkeernota. Tijdens de algemene beschouwingen heeft de heer Geene ons naar ik heb begrepen voorgehouden dat wij geen parkeergarages mogen afwijzen omdat wij de parkeernota niet kennen. Het lijkt mij gezon der dat wij niet besluiten parkeergarages te gaan bóuwen voordat wij de parkeernota kennen en pre cies weten wat b. en w. met het verkeer van plan zijn. Dit geldt te meer, daar de inspraak over dit onderwerp nog gaande is en daar de stichting i.o, "Breda, hou je hart vast" een plan heeft ge publiceerd dat op ons in ieder geval een zeer sympathieke indruk maakt. Enkele punten van het plan van voornoemde stichting liggen volledig in onze lijn. Ik wijs bijvoorbeeld op de nadruk op de korte loopafstanden in de city, waardoor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 394